Übersicht
Niederländisch nach Spanisch: mehr Daten
- stuw:
- stuwen:
-
Wiktionary:
- stuw → compuerta, vertedero, aliviadero
- stuwen → conducir, estibar, privar el paso, interceptar, obstruir
Niederländisch
Detailübersetzungen für stuw (Niederländisch) ins Spanisch
stuw:
-
de stuw (keerdam; stuwdam; waterkering; dam)
Übersetzung Matrix für stuw:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
dique | dam; keerdam; stuw; stuwdam; waterkering | afsluitdijk; dam; dijk; dok |
dique de cierre | dam; keerdam; stuw; stuwdam; waterkering | afsluitdijk; dam; dijk |
esclusa de retención | dam; keerdam; stuw; stuwdam; waterkering |
Verwandte Wörter für "stuw":
stuw form of stuwen:
-
stuwen (voortstuwen; vooruitduwen)
-
stuwen (voortstuwen; opstuwen)
Konjugationen für stuwen:
o.t.t.
- stuw
- stuwt
- stuwt
- stuwen
- stuwen
- stuwen
o.v.t.
- stuwde
- stuwde
- stuwde
- stuwden
- stuwden
- stuwden
v.t.t.
- heb gestuwd
- hebt gestuwd
- heeft gestuwd
- hebben gestuwd
- hebben gestuwd
- hebben gestuwd
v.v.t.
- had gestuwd
- had gestuwd
- had gestuwd
- hadden gestuwd
- hadden gestuwd
- hadden gestuwd
o.t.t.t.
- zal stuwen
- zult stuwen
- zal stuwen
- zullen stuwen
- zullen stuwen
- zullen stuwen
o.v.t.t.
- zou stuwen
- zou stuwen
- zou stuwen
- zouden stuwen
- zouden stuwen
- zouden stuwen
en verder
- ben gestuwd
- bent gestuwd
- is gestuwd
- zijn gestuwd
- zijn gestuwd
- zijn gestuwd
diversen
- stuw!
- stuwt!
- gestuwd
- stuwend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für stuwen:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
estibar | verstouwing | |
impulsar | aandrijven; aanjagen; aanmoedigen; aansporen; aanzetten; prikkel; stimuleren; voortstuwen | |
propulsar | aandrijven; aanjagen; voortstuwen | |
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
estibar | opstuwen; stuwen; voortstuwen | duwen; opladen elektriciteit; opnieuw laden; stouwen; voortbewegen; voortduwen; vooruitduwen |
impulsar | stuwen; voortstuwen; vooruitduwen | aandrijven; aanslingeren; aansporen; aanzetten; aanzwengelen; jachten; opdrijven; ophitsen; opjagen; opkrikken; opwekken; opzwepen; prikkelen; sterk prikkelen; stimuleren; voortjagen; vooruitschoppen |
propulsar | opstuwen; stuwen; voortstuwen; vooruitduwen | voortbewegen |
Verwandte Wörter für "stuwen":
Wiktionary Übersetzungen für stuwen:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• stuwen | → conducir | ↔ treiben — dazu zwingen, sich in eine bestimmte Richtung zu bewegen |
• stuwen | → estibar | ↔ arrimer — marine|fr distribuer, arranger convenablement et placer avec solidité à l’intérieur d’un bâtiment les divers objets qui composer sa charge, sa cargaison. |
• stuwen | → privar el paso; interceptar; obstruir | ↔ barrer — fermer avec une barre par-derrière. |