Niederländisch
Detailübersetzungen für toestoppen (Niederländisch) ins Spanisch
toestoppen:
-
toestoppen
Konjugationen für toestoppen:
o.t.t.
- stop toe
- stopt toe
- stopt toe
- stoppen toe
- stoppen toe
- stoppen toe
o.v.t.
- stopte toe
- stopte toe
- stopte toe
- stopten toe
- stopten toe
- stopten toe
v.t.t.
- heb toegestopt
- hebt toegestopt
- heeft toegestopt
- hebben toegestopt
- hebben toegestopt
- hebben toegestopt
v.v.t.
- had toegestopt
- had toegestopt
- had toegestopt
- hadden toegestopt
- hadden toegestopt
- hadden toegestopt
o.t.t.t.
- zal toestoppen
- zult toestoppen
- zal toestoppen
- zullen toestoppen
- zullen toestoppen
- zullen toestoppen
o.v.t.t.
- zou toestoppen
- zou toestoppen
- zou toestoppen
- zouden toestoppen
- zouden toestoppen
- zouden toestoppen
en verder
- ben toegestopt
- bent toegestopt
- is toegestopt
- zijn toegestopt
- zijn toegestopt
- zijn toegestopt
diversen
- stop toe!
- stopt toe!
- toegestopt
- toestoppend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für toestoppen:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
cubrir | bedekken; beslaan; indekken | |
tapar | afstoppen; stoppen | |
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
cubrir | toestoppen | afdekken; afschermen; afschutten; bedekken; bekleden; bemantelen; beschermen; beschutten; bijsluiten; bijvoegen; blinderen; dekken; dichtgooien; draperen; gladstrijken; hullen; inhullen; insluiten; maskeren; met stof behangen; omhullen; omvatten; overdekken; overheen trekken; overkappen; overtrekken; overwelven; stofferen; strijken; toevoegen; van bekleding voorzien; verhullen; versluieren |
dar a escondidas | toestoppen | |
tapar | toestoppen | afdekken; afschermen; afschutten; bedekken; bekleden; beschermen; beschutten; camoufleren; dichtdoen; dichten; dichtgooien; dichtmaken; dichtslaan; dichtstoppen; dichtwerpen; gaten stoppen; in omgeving op laten gaan; overtrekken; sluiten; stoppen; toedoen; toetrekken |
Other | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
cubrir | bedekken; met iets bestrijken |