Niederländisch
Detailübersetzungen für verhelen (Niederländisch) ins Spanisch
verhelen:
-
verhelen (verzwijgen; achterhouden)
callar; no mencionar; ocultar; pasar por alto; encubrir-
callar Verb
-
no mencionar Verb
-
ocultar Verb
-
pasar por alto Verb
-
encubrir Verb
-
Konjugationen für verhelen:
o.t.t.
- verheel
- verheelt
- verheelt
- verhelen
- verhelen
- verhelen
o.v.t.
- verheelde
- verheelde
- verheelde
- verheelden
- verheelden
- verheelden
v.t.t.
- heb verheeld
- hebt verheeld
- heeft verheeld
- hebben verheeld
- hebben verheeld
- hebben verheeld
v.v.t.
- had verheeld
- had verheeld
- had verheeld
- hadden verheeld
- hadden verheeld
- hadden verheeld
o.t.t.t.
- zal verhelen
- zult verhelen
- zal verhelen
- zullen verhelen
- zullen verhelen
- zullen verhelen
o.v.t.t.
- zou verhelen
- zou verhelen
- zou verhelen
- zouden verhelen
- zouden verhelen
- zouden verhelen
diversen
- verheel!
- verheelt!
- verheeld
- verhelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze