Niederländisch

Detailübersetzungen für mistroostigheid (Niederländisch) ins Spanisch

mistroostig:

mistroostig Adjektiv

  1. mistroostig (troosteloos; triest; somber; grauw; vreugdeloos)
    apagado; triste; deprimido; desolador; sombrío; desolado; deplorable; melancólico; grisáceo
  2. mistroostig (mismoedig; teneergeslagen; verdrietig; neerslachtig)

Übersetzung Matrix für mistroostig:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
melancólico melancholicus
pesimista pessimist; pessimisten; zwartkijker; zwartkijkers
AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
apagado grauw; mistroostig; somber; triest; troosteloos; vreugdeloos afsluitings-; beslagen; bleek; dof; effen; egaal; eruit; flets; futloos; geblust; gedempt; gelijk; geslepen; glad; glansloos; halfluid; ingetogen; kleurloos; lamlendig; lusteloos; mat; niet helder; oververmoeid; plat; slap; stemmig; strak; uit; uitgeblust; van; vanaf nu; vanuit; vlak; vlakuit
Not SpecifiedVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
apagado afsluiten
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
abatido mismoedig; mistroostig; neerslachtig; teneergeslagen; verdrietig bankroet; bedrukt; beroerd; deplorabel; ellendig; failliet; futloos; gedrukt; geruineerd; geslagen; lamlendig; lijzig; log; loom; lusteloos; mat; meelijwekkend; miserabel; mismoedig; moedeloos; pessimistisch; slap; terneergeslagen
afligido mismoedig; mistroostig; neerslachtig; teneergeslagen; verdrietig akelig; bedrukt; beroerd; deerlijk; ellendig; gedrukt; godgeklaagd; helaas; hemeltergend; jammer; jammer genoeg; mismoedig; moedeloos; naar; rouwig; sneu; spijtig; ten hemel schreiend; terneergeslagen; treurig; verdrietig; zeer ergerlijk
deplorable grauw; mismoedig; mistroostig; neerslachtig; somber; teneergeslagen; triest; troosteloos; verdrietig; vreugdeloos armzalig; bar; bedonderd; bedrukt; beklagenswaardig; belazerd; beroerd; betreurenswaardig; deerlijk; deerniswekkend; deplorabel; diep ongelukkig; ellendig; ellendige; erbarmelijk; erg; ernstig; gedrukt; godgeklaagd; hemeltergend; jammer; jammerlijk; karig; kwalijk; lamlendig; mager; meelijwekkend; miserabel; mismoedig; moedeloos; onbevredigend; onfortuinlijk; ongelukkig; ontoereikend; onvoldoende; pover; rampzalig; rouwig; schamel; schraal; sneu; spijtig; stakkerig; teleurstellend; ten hemel schreiend; terneergeslagen; treurig; van bedenkelijke aard; verdrietig; week; zeer ergerlijk; zielig; zwak
deprimido grauw; mismoedig; mistroostig; neerslachtig; somber; teneergeslagen; triest; troosteloos; verdrietig; vreugdeloos bedrukt; depressief; gedeprimeerd; gedrukt; mineur; mismoedig; moedeloos; pessimistisch; terneergeslagen
desalentado mismoedig; mistroostig; neerslachtig; teneergeslagen; verdrietig bedrukt; gedrukt; mismoedig; moedeloos; pessimistisch; terneergeslagen
desanimado mismoedig; mistroostig; neerslachtig; teneergeslagen; verdrietig bedrukt; beroerd; deplorabel; ellendig; futloos; gebelgd; gedrukt; lamlendig; landerig; lijzig; log; loom; lusteloos; mat; meelijwekkend; miserabel; mismoedig; misnoegd; moedeloos; ontevreden; pessimistisch; slap; terneergeslagen; verstoord; vervelend
desconsolado mismoedig; mistroostig; neerslachtig; teneergeslagen; verdrietig bedrukt; gedrukt; mismoedig; moedeloos; pessimistisch; terneergeslagen
desolado grauw; mismoedig; mistroostig; neerslachtig; somber; teneergeslagen; triest; troosteloos; verdrietig; vreugdeloos afgezonderd; akelig; bedrukt; beroerd; desolaat; eenzaam; ellendig; gedrukt; helaas; jammer; jammer genoeg; mismoedig; moedeloos; naar; naargeestig; niet te troosten; ontroostbaar; sneu; somber; spijtig; terneergeslagen; verlaten; zielsbedroefd
desolador grauw; mistroostig; somber; triest; troosteloos; vreugdeloos akelig; beroerd; ellendig; naar
disgustado mismoedig; mistroostig; neerslachtig; teneergeslagen; verdrietig bedrukt; boos; gebelgd; gedrukt; giftig; kwaad; mismoedig; moedeloos; nijdig; terneergeslagen; verbolgen; vertoornd
grisáceo grauw; mistroostig; somber; triest; troosteloos; vreugdeloos grauw; grauwkleurig; grijs; grijsachtig; grijzig; vaal
lamentable mismoedig; mistroostig; neerslachtig; teneergeslagen; verdrietig akelig; armoedig; armzalig; bar; bedonderd; bedrukt; belazerd; beroerd; bijzonder; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; deerlijk; deerniswekkend; deplorabel; diep ongelukkig; ellendig; ellendige; erbarmelijk; erg; excessief; extreem; flodderig; gedrukt; haveloos; heel erg; hogelijk; jammerend; jeremiërend; klaaglijk; klagerig; meelijwekkend; miserabel; mismoedig; moedeloos; naar; naargeestig; onfortuinlijk; ongelukkig; pover; rampzalig; rouwig; schamel; sjofel; sjofeltjes; somber; ten zeerste; terneergeslagen; treurig; uitermate; uiterst; verdrietig; verlopen; week; zeer; zwak
melancólico grauw; mismoedig; mistroostig; neerslachtig; somber; teneergeslagen; triest; troosteloos; verdrietig; vreugdeloos bedrukt; droefgeestig; gedrukt; melancholiek; melancholisch; melancholische; mismoedig; moedeloos; naargeestig; somber; terneergeslagen; triest; troosteloos; weemoedig; zwaarmoedig
pesimista mismoedig; mistroostig; neerslachtig; teneergeslagen; verdrietig bedrukt; gedrukt; mismoedig; moedeloos; pessimistisch; terneergeslagen
sombrío grauw; mismoedig; mistroostig; neerslachtig; somber; teneergeslagen; triest; troosteloos; verdrietig; vreugdeloos aan een ziekte lijdend; akelig; bedrukt; beroerd; donker; dreigend; dubieus; duister; ellendig; eng; gedrukt; glibberig; grauwkleurig; griezelig; grijs; helaas; huiveringwekkend; jammer; jammer genoeg; louche; luguber; melancholische; mismoedig; moedeloos; naar; naargeestig; obscuur; onbetrouwbaar; onduidelijk; onguur; onheilspellend; pessimistisch; sinister; sneu; somber; spijtig; terneergeslagen; verdacht; wollig; ziek; zwartgallig
triste grauw; mismoedig; mistroostig; neerslachtig; somber; teneergeslagen; triest; troosteloos; verdrietig; vreugdeloos aan een ziekte lijdend; armzalig; bar; bedroefd; bedroevend; bedrukt; deerlijk; deerniswekkend; deplorabel; droef; droefgeestig; droevig; druilerig; ellendig; ellendige; erbarmelijk; erg; gedrukt; helaas; jammer; jammer genoeg; meelijwekkend; melancholisch; melancholische; miezerig; miserabel; mismoedig; moedeloos; naargeestig; onfortuinlijk; ongelukkig; pessimistisch; rampzalig; rouwig; sneu; somber; spijtig; terneergeslagen; treurig; triest; troosteloos; verdrietig; week; ziek; zwaarmoedig; zwak
tétrico mismoedig; mistroostig; neerslachtig; teneergeslagen; verdrietig akelig; bedrukt; beroerd; dreigend; duister; ellendig; gedrukt; helaas; huiveringwekkend; jammer; jammer genoeg; louche; luguber; mismoedig; moedeloos; naar; onbetrouwbaar; onduidelijk; onguur; onheilspellend; sinister; sneu; spijtig; terneergeslagen; verdacht; wollig

Verwandte Wörter für "mistroostig":

  • mistroostigheid, mistroostige

Wiktionary Übersetzungen für mistroostig:

mistroostig
adjective
  1. depressief stemmend, niet op te vrolijken

Cross Translation:
FromToVia
mistroostig desconsolado disconsolate — cheerless, dreary
mistroostig triste; mohino; horrible; lúgubre; bronco; brusko; aburrido maussade — D’humeur chagrin ; sombre ; ombrageux ; morose ; renfrogné.
mistroostig adusto; encapotado; cubierto; oscuro; sombrío; triste; mohino sombre — Qui est peu éclairer ; qui recevoir peu de lumière ; qui est obscur.


Wiktionary Übersetzungen für mistroostigheid:


Cross Translation:
FromToVia
mistroostigheid abatimiento; ahilo; melancolía; deducción; apatía abattementdiminution rapide, d’une durée plus ou moins longue, des forces physiques et des fonctions psychiques.