Niederländisch
Detailübersetzungen für durvend (Niederländisch) ins Spanisch
durvend form of durven:
-
durven (riskeren; wagen; avonturen)
osar; atreverse; arriesgar; tener la osadía; atreverse a; arriesgarse; aventurar; aventurarse-
osar Verb
-
atreverse Verb
-
arriesgar Verb
-
tener la osadía Verb
-
atreverse a Verb
-
arriesgarse Verb
-
aventurar Verb
-
aventurarse Verb
-
Konjugationen für durven:
o.t.t.
- durf
- durft
- durft
- durven
- durven
- durven
o.v.t.
- durfde
- durfde
- durfde
- durfden
- durfden
- durfden
v.t.t.
- heb gedurfd
- hebt gedurfd
- heeft gedurfd
- hebben gedurfd
- hebben gedurfd
- hebben gedurfd
v.v.t.
- had gedurfd
- had gedurfd
- had gedurfd
- hadden gedurfd
- hadden gedurfd
- hadden gedurfd
o.t.t.t.
- zal durven
- zult durven
- zal durven
- zullen durven
- zullen durven
- zullen durven
o.v.t.t.
- zou durven
- zou durven
- zou durven
- zouden durven
- zouden durven
- zouden durven
diversen
- durf!
- durft!
- gedurfd
- durvend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für durven:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
osar | durven; wagen | |
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
arriesgar | avonturen; durven; riskeren; wagen | |
arriesgarse | avonturen; durven; riskeren; wagen | |
atreverse | avonturen; durven; riskeren; wagen | |
atreverse a | avonturen; durven; riskeren; wagen | aandurven |
aventurar | avonturen; durven; riskeren; wagen | avonturieren |
aventurarse | avonturen; durven; riskeren; wagen | avonturieren |
osar | avonturen; durven; riskeren; wagen | |
tener la osadía | avonturen; durven; riskeren; wagen | |
- | wagen |