Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Spanisch ->Suche: factuur

Niederländische und spanische Suchergebnisse für: factuur

Übersicht

Niederländisch nach Spanisch: mehr Daten

factuur:
- factura; cuenta; nota
Wiktionary:
- factuur → factura
- factuur → alvarán, factura, factura

Niederländisch

Detailübersetzungen für factuur (Niederländisch) ins Spanisch

factuur:

factuur [de ~ (v)] Nomen

de factuur (rekening; nota)

– papier waar op staat wat je hebt ontvangen en wat je moet betalen ¹
la factura; la cuenta; la nota
- factura [la ~] Nomen
- cuenta [la ~] Nomen
- nota [la ~] Nomen

Übersetzung Matrix für factuur:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
cuenta	factuur; nota; rekening	Windows Live-account; account; afrekening; bankrekening; rekening; rekenschap; tel; tellen; telling; zakelijke account
factura	factuur; nota; rekening
nota	factuur; nota; rekening	aantekening; beoordelingscijfer; cijfer; kattebelletje; kladbriefje; kladje; krabbel; krabbelbriefje; notitie; punt; rangnummer; schrijfsel; zakelijke notitie
-	nota; rekening

Verwandte Wörter für "factuur":

facturen, factuurtje, factuurtjes

Synonyms for "factuur":

bon; nota; rekening

Verwandte Definitionen für "factuur":

papier waar op staat wat je hebt ontvangen en wat je moet betalen¹
- deze factuur heb ik al betaald¹

Wiktionary Übersetzungen für factuur:

factuur

noun

een document met een beschrijving van goederen die een bedrijf (aan een ander bedrijf) geleverd heeft
- factuur → factura

Cross Translation:

From	To	Via
• factuur	→ alvarán, factura	↔ invoice — bill
• factuur	→ factura	↔ facture — Pièce comptable

Computerübersetzung von Drittern:

¹Muiswerk Woordenboek