Übersicht
Niederländisch nach Spanisch: mehr Daten
- overtuigend:
- overtuigen:
-
Wiktionary:
- overtuigend → persuasivo, convencedor, inteligible, lógico, irrefutable, irrebatible
- overtuigen → convencer, persuadir, cerciorar
- overtuigen → convencer, persuadir
Niederländisch
Detailübersetzungen für overtuigend (Niederländisch) ins Spanisch
overtuigend:
-
overtuigend (afdoend; klemmend)
-
overtuigend (afdoend; beslissend)
Übersetzung Matrix für overtuigend:
Modifier | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
conclusivo | afdoend; beslissend; overtuigend | aannemelijk; acceptabel; geloofwaardig; plausibel; waarschijnlijk |
contundente | afdoend; klemmend; overtuigend | |
convincente | afdoend; klemmend; overtuigend | aannemelijk; degelijk; gefundeerd; gegrond; logisch; op goede gronden steunend; overredend; solide; steekhoudend |
decisivo | afdoend; beslissend; overtuigend | achterste; cruciaal; definitieve; elementair; essentieel; finaal; kardinaal; laatste; meestens; noodzakelijk; onmisbaar; onontbeerlijk; overwegend; vereist; voornaamst; wezenlijk |
persuasivo | afdoend; klemmend; overtuigend | aannemelijk; acceptabel; geloofwaardig; overredend; plausibel; waarschijnlijk |
Verwandte Wörter für "overtuigend":
Wiktionary Übersetzungen für overtuigend:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• overtuigend | → persuasivo; convencedor | ↔ cogent — reasonable and convincing; based on evidence |
• overtuigend | → inteligible; lógico | ↔ cogent — appealing to the intellect or powers of reasoning |
• overtuigend | → irrefutable; irrebatible | ↔ cogent — forcefully persuasive |
overtuigend form of overtuigen:
Konjugationen für overtuigen:
o.t.t.
- overtuig
- overtuigt
- overtuigt
- overtuigen
- overtuigen
- overtuigen
o.v.t.
- overtuigde
- overtuigde
- overtuigde
- overtuigden
- overtuigden
- overtuigden
v.t.t.
- heb overtuigd
- hebt overtuigd
- heeft overtuigd
- hebben overtuigd
- hebben overtuigd
- hebben overtuigd
v.v.t.
- had overtuigd
- had overtuigd
- had overtuigd
- hadden overtuigd
- hadden overtuigd
- hadden overtuigd
o.t.t.t.
- zal overtuigen
- zult overtuigen
- zal overtuigen
- zullen overtuigen
- zullen overtuigen
- zullen overtuigen
o.v.t.t.
- zou overtuigen
- zou overtuigen
- zou overtuigen
- zouden overtuigen
- zouden overtuigen
- zouden overtuigen
en verder
- ben overtuigd
- bent overtuigd
- is overrtuigd
- zijn overtuigd
- zijn overtuigd
- zijn overtuigd
diversen
- overtuig!
- overtuigt!
- overtuigd
- overtuigend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für overtuigen:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
convencer | ompraten; overhalen; overreden; overtuigen | omverpraten |
hacer cambiar de idea | ompraten; overhalen; overreden; overtuigen | omverpraten |
hacer cambiar de opinión | ompraten; overhalen; overreden; overtuigen | bediscussiëren; bepraten; bespreken; doorpraten; doorspreken; erg veranderen; omturnen; praten over |
hacer cambiar de parecer | ompraten; overhalen; overreden; overtuigen | |
persuadir | ompraten; overhalen; overreden; overtuigen | bediscussiëren; bepraten; bespreken; doorpraten; doorspreken; erg veranderen; omturnen; praten over |
Verwandte Definitionen für "overtuigen":
Wiktionary Übersetzungen für overtuigen:
overtuigen
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• overtuigen | → convencer | ↔ convince — to make someone believe, or feel sure about something |
• overtuigen | → persuadir | ↔ persuade — convince |
• overtuigen | → convencer; persuadir | ↔ convaincre — Amener quelqu'un, par le raisonnement, à croire quelque chose |