Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. rondwandelen:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für rondwandelen (Niederländisch) ins Spanisch

rondwandelen:

rondwandelen Verb (wandel rond, wandelt rond, wandelde rond, wandelden rond, rondgewandeld)

  1. rondwandelen (rondslenteren; rondlopen)

Konjugationen für rondwandelen:

o.t.t.
  1. wandel rond
  2. wandelt rond
  3. wandelt rond
  4. wandelen rond
  5. wandelen rond
  6. wandelen rond
o.v.t.
  1. wandelde rond
  2. wandelde rond
  3. wandelde rond
  4. wandelden rond
  5. wandelden rond
  6. wandelden rond
v.t.t.
  1. heb rondgewandeld
  2. hebt rondgewandeld
  3. heeft rondgewandeld
  4. hebben rondgewandeld
  5. hebben rondgewandeld
  6. hebben rondgewandeld
v.v.t.
  1. had rondgewandeld
  2. had rondgewandeld
  3. had rondgewandeld
  4. hadden rondgewandeld
  5. hadden rondgewandeld
  6. hadden rondgewandeld
o.t.t.t.
  1. zal rondwandelen
  2. zult rondwandelen
  3. zal rondwandelen
  4. zullen rondwandelen
  5. zullen rondwandelen
  6. zullen rondwandelen
o.v.t.t.
  1. zou rondwandelen
  2. zou rondwandelen
  3. zou rondwandelen
  4. zouden rondwandelen
  5. zouden rondwandelen
  6. zouden rondwandelen
diversen
  1. wandel rond!
  2. wandelt rond!
  3. rondgewandeld
  4. rondwandelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für rondwandelen:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
circular aankondigen; aanschrijving; aanzeggen; aanzegging; circulaire; informeren; kennisgeven; kennisgeving; konde doen; nieuwsbrief; rondschrijven
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
andar por ahí rondlopen; rondslenteren; rondwandelen ronddarren; rondlopen; rondwaren; rondzwalken
circular rondlopen; rondslenteren; rondwandelen circuleren; de ronde doen; in omloop zijn; rondgaan
dar una vuelta rondlopen; rondslenteren; rondwandelen langs een omweg lopen; omlopen; ronddarren; rondrijden; rondtoeren
deambular rondlopen; rondslenteren; rondwandelen aan de zwerf zijn; dolen; drentelen; dwalen; flaneren; kuieren; lopen; omzwerven; ronddarren; ronddolen; ronddwalen; rondslenteren; rondzwerven; slenteren; wandelen; waren; zwerven
pasear rondlopen; rondslenteren; rondwandelen banjeren; kuieren; lopen; omzwerven; ronddarren; rondlopen; rondslenteren; rondwaren; rondzwalken; slenteren; wandelen; zwerven
vagar rondlopen; rondslenteren; rondwandelen aan de zwerf zijn; dwalen; flaneren; om zich heen kijken; omzwerven; ronddolen; rondkijken; rondneuzen; rondscharrelen; rondsnuffelen; rondzwerven; struinen; zwalken; zwerven
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
circular bol; cirkelvormig; kogelrond; kringvormig; rond; sferisch

Wiktionary Übersetzungen für rondwandelen:


Cross Translation:
FromToVia
rondwandelen vagar roam — wander freely