Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. gelegen:
  2. liggen:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für gelegen (Niederländisch) ins Spanisch

gelegen:

gelegen Adjektiv

  1. gelegen (van pas)
    oportuno
  2. gelegen (gesitueerd; liggend)
    situado

Übersetzung Matrix für gelegen:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
oportuno gelegen; van pas adrem; berekenend; bijdehand; gehaaid; gevat; gewiekst; opportuun; raak; scherpzinnig; schrander; slim; snedig; uitgeslapen
situado gelegen; gesitueerd; liggend

Verwandte Wörter für "gelegen":


Wiktionary Übersetzungen für gelegen:


Cross Translation:
FromToVia
gelegen tumbado lain — situated horizontally

gelegen form of liggen:

liggen Verb (lig, ligt, lag, lagen, gelegen)

  1. liggen (gelegen zijn)

Konjugationen für liggen:

o.t.t.
  1. lig
  2. ligt
  3. ligt
  4. liggen
  5. liggen
  6. liggen
o.v.t.
  1. lag
  2. lag
  3. lag
  4. lagen
  5. lagen
  6. lagen
v.t.t.
  1. heb gelegen
  2. hebt gelegen
  3. heeft gelegen
  4. hebben gelegen
  5. hebben gelegen
  6. hebben gelegen
v.v.t.
  1. had gelegen
  2. had gelegen
  3. had gelegen
  4. hadden gelegen
  5. hadden gelegen
  6. hadden gelegen
o.t.t.t.
  1. zal liggen
  2. zult liggen
  3. zal liggen
  4. zullen liggen
  5. zullen liggen
  6. zullen liggen
o.v.t.t.
  1. zou liggen
  2. zou liggen
  3. zou liggen
  4. zouden liggen
  5. zouden liggen
  6. zouden liggen
en verder
  1. ben gelegen
  2. bent gelegen
  3. is gelegen
  4. zijn gelegen
  5. zijn gelegen
  6. zijn gelegen
diversen
  1. lig!
  2. ligt!
  3. gelegen
  4. liggend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für liggen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
encontrarse gelegen zijn; liggen aantreffen; afspreken; bij elkaar komen; bijeen komen; elkaar ontmoeten; elkaar zien; ergens verkeren; ontdekken; ontmoeten; samenkomen; tegenkomen; treffen; uithangen; verkeren; verzamelen; vinden; zich bevinden; zijn
estar gelegen zijn; liggen aanwezig zijn; er zijn; erbij zijn; ergens zijn; tegenwoordig zijn; uithangen; zich bevinden; zich ophouden; zijn

Antonyme für "liggen":


Verwandte Definitionen für "liggen":

  1. bij je passen1
    • dat werk ligt me niet zo1
  2. er zijn in uitgestrekte houding, horizontaal1
    • moeten die flessen staan of liggen?1
  3. het komt ervan1
    • dat het zo koud is, ligt aan de wind1
  4. per ongeluk achterlaten1
    • heb ik mijn tas hier laten liggen?1

Wiktionary Übersetzungen für liggen:


Cross Translation:
FromToVia
liggen estar be — occupy a place
liggen yacer; estar echado; estar acostado; estar tumbado lie — be in horizontal position
liggen → [[estar ubicado]] lie — be situated
liggen haber there be — to exist
liggen estar localizado; estar situado liegen — eine mehr oder weniger horizontal ausgerichtete Lage einnehmen

Verwandte Übersetzungen für gelegen