Niederländisch
Detailübersetzungen für laai (Niederländisch) ins Spanisch
laaien:
-
laaien
oscilar; disparar; arder; llamear; hacer fuego-
oscilar Verb
-
disparar Verb
-
arder Verb
-
llamear Verb
-
hacer fuego Verb
-
Konjugationen für laaien:
o.t.t.
- laai
- laait
- laait
- laaien
- laaien
- laaien
o.v.t.
- laaide
- laaide
- laaide
- laaiden
- laaiden
- laaiden
v.t.t.
- ben gelaaid
- bent gelaaid
- is gelaaid
- zijn gelaaid
- zijn gelaaid
- zijn gelaaid
v.v.t.
- was gelaaid
- was gelaaid
- was gelaaid
- waren gelaaid
- waren gelaaid
- waren gelaaid
o.t.t.t.
- zal laaien
- zult laaien
- zal laaien
- zullen laaien
- zullen laaien
- zullen laaien
o.v.t.t.
- zou laaien
- zou laaien
- zou laaien
- zouden laaien
- zouden laaien
- zouden laaien
diversen
- laai!
- laait!
- gelaaid
- laaiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für laaien:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
arder | branden | |
disparar | schieten; vuren | |
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
arder | laaien | blakeren; blozen; branden; gloeien; kleuren; rood worden; verschroeien; verzengen; vlammen; vlammen uitslaan; zengen |
disparar | laaien | afschieten; afvuren; hard schieten; schieten; schoten lossen; vuren |
hacer fuego | laaien | afschieten; afvuren; schieten; schoten lossen; vlammen; vlammen uitslaan; vuren |
llamear | laaien | oplaaien; opvlammen; vlammen; vlammen uitslaan |
oscilar | laaien | deinen; flakkeren; flikkeren; golven; heen en weer zwaaien; oscilleren; rondslingeren; slingeren; slippen; uitglijden; vlammen; wiegelen; zwaaien; zwenken |