Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Spanisch ->Suche: aanheffen

Niederländische und spanische Suchergebnisse für: aanheffen

Übersicht

Niederländisch nach Spanisch: mehr Daten

aanheffen:
- empezar; comienzo; comenzar
Wiktionary:
- aanheffen → entonar, empezar, comenzar

Niederländisch

Detailübersetzungen für aanheffen (Niederländisch) ins Spanisch

aanheffen:

aanheffen [znw.] Nomen

aanheffen (inzetten)
el empezar; el comienzo; el comenzar
- empezar [el ~] Nomen
- comienzo [el ~] Nomen
- comenzar [el ~] Nomen

Übersetzung Matrix für aanheffen:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
comenzar	aanheffen; inzetten
comienzo	aanheffen; inzetten	aanvang; begin; effectief worden; ingaan; inzet; opening; start; van kracht worden
empezar	aanheffen; inzetten	aansnijden; entameren
Verb	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
comenzar		aanbinden; aanbreken; aangaan; aanknopen; aanleren; aansteken; aantreden; aanvangen; aanwenden; arrangeren; beginnen; benutten; een begin nemen; eigen maken; gebruik maken van; gebruiken; iets op touw zetten; in de fik steken; inleiden; inrichten; installeren; intreden; inzetten; leren; ondernemen; op gang komen; openen; oppikken; opsteken; regelen; sigaret opsteken; starten; toepassen; toetreden; van start gaan; verwerven
empezar		aanbinden; aanbreken; aangaan; aanknopen; aanvangen; beginnen; een begin nemen; inleiden; intreden; inzetten; ondernemen; ontstaan; op gang komen; openen; oprijzen; rijzen; starten; van start gaan; voortkomen

Wiktionary Übersetzungen für aanheffen:

aanheffen

verb

beginnen.
- aanheffen → entonar; empezar; comenzar

Computerübersetzung von Drittern:

Verwandte Übersetzungen für aanheffen

lied aanheffen