Niederländisch
Detailübersetzungen für vertalen (Niederländisch) ins Spanisch
vertalen:
-
vertalen (translateren; overbrengen; vertolken)
-
vertalen (interpreteren; vertolken)
interpretar-
interpretar Verb
-
-
vertalen (translateren; vertolken; overzetten)
traducir; interpretar; hacerse eco de; expresar; reproducir; reflejar-
traducir Verb
-
interpretar Verb
-
hacerse eco de Verb
-
expresar Verb
-
reproducir Verb
-
reflejar Verb
-
Konjugationen für vertalen:
o.t.t.
- vertaal
- vertaalt
- vertaalt
- vertalen
- vertalen
- vertalen
o.v.t.
- vertaalde
- vertaalde
- vertaalde
- vertaalden
- vertaalden
- vertaalden
v.t.t.
- heb vertaald
- hebt vertaald
- heeft vertaald
- hebben vertaald
- hebben vertaald
- hebben vertaald
v.v.t.
- had vertaald
- had vertaald
- had vertaald
- hadden vertaald
- hadden vertaald
- hadden vertaald
o.t.t.t.
- zal vertalen
- zult vertalen
- zal vertalen
- zullen vertalen
- zullen vertalen
- zullen vertalen
o.v.t.t.
- zou vertalen
- zou vertalen
- zou vertalen
- zouden vertalen
- zouden vertalen
- zouden vertalen
diversen
- vertaal!
- vertaalt!
- vertaald
- vertalend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für vertalen:
Verwandte Definitionen für "vertalen":
Wiktionary Übersetzungen für vertalen:
vertalen
Cross Translation:
verb
-
het omzetten van geschreven of gesproken informatie naar een andere taal
- vertalen → traducir
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• vertalen | → traducir | ↔ translate — to change text from one language to another |
• vertalen | → traducir | ↔ übersetzen — (transitiv) etwas in eine andere Sprache übertragen |
• vertalen | → traducir | ↔ traduire — Faire la traduction d’un texte ou de paroles ou de tout document depuis une langue vers une autre langue. |