Übersicht
Niederländisch nach Spanisch: mehr Daten
- opdagen:
-
Wiktionary:
- opdagen → asistir, parecer, figurársele, aparecer, ponerse en pie, levantarse, asomar
Niederländisch
Detailübersetzungen für opdagen (Niederländisch) ins Spanisch
opdagen:
-
opdagen (opkomen; verschijnen; opduiken)
Konjugationen für opdagen:
o.t.t.
- daag op
- daagt op
- daagt op
- dagen op
- dagen op
- dagen op
o.v.t.
- daagde op
- daagde op
- daagde op
- daagden op
- daagden op
- daagden op
v.t.t.
- ben opgedaagd
- bent opgedaagd
- is opgedaagd
- zijn opgedaagd
- zijn opgedaagd
- zijn opgedaagd
v.v.t.
- was opgedaagd
- was opgedaagd
- was opgedaagd
- waren opgedaagd
- waren opgedaagd
- waren opgedaagd
o.t.t.t.
- zal opdagen
- zult opdagen
- zal opdagen
- zullen opdagen
- zullen opdagen
- zullen opdagen
o.v.t.t.
- zou opdagen
- zou opdagen
- zou opdagen
- zouden opdagen
- zouden opdagen
- zouden opdagen
diversen
- daag op!
- daagt op!
- opgedaagd
- opdagend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für opdagen:
Wiktionary Übersetzungen für opdagen:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• opdagen | → asistir | ↔ turn out — to attend; show up |
• opdagen | → parecer; figurársele; aparecer | ↔ paraître — exposer à la vue, se faire ou se laisser voir, se manifester. |
• opdagen | → ponerse en pie; levantarse; asomar; aparecer | ↔ surgir — Traductions à trier suivant le sens |