Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. koulijden:


Niederländisch

Detailübersetzungen für koulijden (Niederländisch) ins Spanisch

koulijden:

koulijden Verb (lijd kou, lijdt kou, leed kou, leden kou, kou geleden)

  1. koulijden (klappertanden; bibberen; kleumen)

Konjugationen für koulijden:

o.t.t.
  1. lijd kou
  2. lijdt kou
  3. lijdt kou
  4. lijden kou
  5. lijden kou
  6. lijden kou
o.v.t.
  1. leed kou
  2. leed kou
  3. leed kou
  4. leden kou
  5. leden kou
  6. leden kou
v.t.t.
  1. heb kou geleden
  2. hebt kou geleden
  3. heeft kou geleden
  4. hebben kou geleden
  5. hebben kou geleden
  6. hebben kou geleden
v.v.t.
  1. had kou geleden
  2. had kou geleden
  3. had kou geleden
  4. hadden kou geleden
  5. hadden kou geleden
  6. hadden kou geleden
o.t.t.t.
  1. zal koulijden
  2. zult koulijden
  3. zal koulijden
  4. zullen koulijden
  5. zullen koulijden
  6. zullen koulijden
o.v.t.t.
  1. zou koulijden
  2. zou koulijden
  3. zou koulijden
  4. zouden koulijden
  5. zouden koulijden
  6. zouden koulijden
diversen
  1. lijd kou!
  2. lijdt kou!
  3. kou geleden
  4. koulijdend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für koulijden:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
acanalar bibberen; klappertanden; kleumen; koulijden
aterirse bibberen; klappertanden; kleumen; koulijden
dar diente con diente bibberen; klappertanden; kleumen; koulijden
dentellar bibberen; klappertanden; kleumen; koulijden kartelen; kartels krijgen; klepperen
pasar frío bibberen; klappertanden; kleumen; koulijden
tener frío bibberen; klappertanden; kleumen; koulijden

Computerübersetzung von Drittern: