Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. zinloos:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für zinloos (Niederländisch) ins Englisch

zinloos:

zinloos Adjektiv

  1. zinloos (zonder nut; nutteloos)
    useless; senseless; pointless; meaningless; unusable
  2. zinloos (nutteloos; onzinnig)
    useless; senseless; mindless

Übersetzung Matrix für zinloos:

AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
meaningless nutteloos; zinloos; zonder nut futiel; hol; inhoudsloos; leeg; nietsbetekenend; nietszeggend; onbeduidend; onbelangrijk; onbenullig; onbetekenend; triviaal; weinigzeggend; zinledig
mindless nutteloos; onzinnig; zinloos bokkig; daas; dof; dom; dwars; geesteloos; koppig; langdradig; mat; onverstandig; saai; soezerig; stijfhoofdig; stom; suf; taai; versuft; weerbarstig; weerspannig; zonder afleiding
pointless nutteloos; zinloos; zonder nut zinledig
senseless nutteloos; onzinnig; zinloos; zonder nut bedwelmd; bewusteloos; dom; dwaas; idioot; onbezonnen; onverstandig; onwijs; redeloos; stom; suf; verstandeloos; zinledig; zonder verstand
unusable nutteloos; zinloos; zonder nut onbruikbaar
useless nutteloos; onzinnig; zinloos; zonder nut onbruikbaar; onnut; waardeloos

Verwandte Wörter für "zinloos":

  • zinloosheid

Wiktionary Übersetzungen für zinloos:

zinloos
adjective
  1. iets dat geen zin (nut) heeft
zinloos
adjective
  1. lacking meaning, insignificant
  2. lacking sense or meaning
  3. resulting in no effect
  4. having no reason or purpose
  5. having no purpose

Cross Translation:
FromToVia
zinloos pointless; useless; futile zwecklos — ohne ein brauchbares Ergebnis zu erzeugen
zinloos aberrant aberrant — Qui diffère de la normale.
zinloos absurd; preposterous; nonsensical absurde — Qui est contre le sens commun.