Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. weten:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für wetend (Niederländisch) ins Englisch

weten:

weten Verb (weet, wist, wisten, geweten)

  1. weten (op de hoogte zijn)
    to know; to be informed
    • know Verb (knows, knew, knowing)
    • be informed Verb (is informed, being informed)

Konjugationen für weten:

o.t.t.
  1. weet
  2. weet
  3. weet
  4. weten
  5. weten
  6. weten
o.v.t.
  1. wist
  2. wist
  3. wist
  4. wisten
  5. wisten
  6. wisten
v.t.t.
  1. heb geweten
  2. hebt geweten
  3. heeft geweten
  4. hebben geweten
  5. hebben geweten
  6. hebben geweten
v.v.t.
  1. had geweten
  2. had geweten
  3. had geweten
  4. hadden geweten
  5. hadden geweten
  6. hadden geweten
o.t.t.t.
  1. zal weten
  2. zult weten
  3. zal weten
  4. zullen weten
  5. zullen weten
  6. zullen weten
o.v.t.t.
  1. zou weten
  2. zou weten
  3. zou weten
  4. zouden weten
  5. zouden weten
  6. zouden weten
diversen
  1. weet!
  2. weet!
  3. geweten
  4. wetend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

weten [znw.] Nomen

  1. weten (kennis)
    the knowledge
  2. weten (wetenschap)
    the knowledge
    the science
    – a particular branch of scientific knowledge 1
    • science [the ~] Nomen
      • the science of genetics1

Übersetzung Matrix für weten:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
knowledge kennis; weten; wetenschap bekende; geleerdheid; kennis; medeweten
science weten; wetenschap
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
be informed op de hoogte zijn; weten
know op de hoogte zijn; weten kennen
- kennen

Verwandte Wörter für "weten":


Synonyms for "weten":


Verwandte Definitionen für "weten":

  1. ervan op de hoogte zijn2
    • weet jij waar Istanboel ligt?2
  2. erin slagen2
    • hij wist te ontsnappen2

Wiktionary Übersetzungen für weten:

weten
verb
  1. ergens kennis van hebben
weten
noun
  1. total of what is known, product of learning
  2. awareness, state of having been informed
  3. fact of knowing about something; understanding, familiarity with information
  4. fact of knowing something
verb
  1. have knowledge of
  2. be certain or sure about (something)

Cross Translation:
FromToVia
weten knowledge Wissen — Kenntnis und Verständnis von Fakten, Wahrheiten und Informationen
weten know wissenKenntnis haben, sich über etwas Wahres sicher sein
weten command; competence; competency; proficiency; skill; ken; awareness; consciousness; lucidity; realization connaissance — Idée, notion qu’on a de quelque chose, de quelqu’un; le fait de le connaître
weten know; wot savoirconnaître, avoir connaissance de.