Übersicht
Niederländisch nach Englisch: mehr Daten
- voortzetten:
-
Wiktionary:
- voortzetten → continue, go on, proceed with, resume
- voortzetten → continue, go on, proceed with, maintain, sustain, endure, keep on, last, persist, wear, keep, support, countenance, espouse, uphold, second, back, stand by, conserve, preserve, cache, save, store, renew, refurbish, renovate, restore, innovate
Niederländisch
Detailübersetzungen für voortzetten (Niederländisch) ins Englisch
voortzetten:
-
voortzetten (doorgaan; continueren; vervolgen; aanhouden; voortgaan; verdergaan)
-
voortzetten (continueren; doorgaan; verdergaan; vervolgen; prolongeren)
Konjugationen für voortzetten:
o.t.t.
- zet voort
- zet voort
- zet voort
- zetten voort
- zetten voort
- zetten voort
o.v.t.
- zette voort
- zette voort
- zette voort
- zetten voort
- zetten voort
- zetten voort
v.t.t.
- heb voortgezet
- hebt voortgezet
- heeft voortgezet
- hebben voortgezet
- hebben voortgezet
- hebben voortgezet
v.v.t.
- had voortgezet
- had voortgezet
- had voortgezet
- hadden voortgezet
- hadden voortgezet
- hadden voortgezet
o.t.t.t.
- zal voortzetten
- zult voortzetten
- zal voortzetten
- zullen voortzetten
- zullen voortzetten
- zullen voortzetten
o.v.t.t.
- zou voortzetten
- zou voortzetten
- zou voortzetten
- zouden voortzetten
- zouden voortzetten
- zouden voortzetten
diversen
- zet voort!
- zet voort!
- voortgezet
- voortzettend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für voortzetten:
Synonyms for "voortzetten":
Antonyme für "voortzetten":
Verwandte Definitionen für "voortzetten":
Wiktionary Übersetzungen für voortzetten:
voortzetten
Cross Translation:
verb
voortzetten
-
(overgankelijk) iets langer laten duren
- voortzetten → continue; go on; proceed with
verb
-
intransitive: resume
-
transitive: proceed
-
start something again that has been stopped or paused
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• voortzetten | → continue; go on; proceed with; maintain; sustain; endure; keep on; last; persist; wear; keep | ↔ continuer — poursuivre ce qui commencer. |
• voortzetten | → maintain; support; sustain; countenance; espouse; uphold; second; back; stand by; conserve; keep; preserve; cache; save; store; continue; go on; proceed with | ↔ maintenir — tenir ferme et fixe. |
• voortzetten | → renew; refurbish; renovate; restore; innovate; continue; go on; proceed with; maintain; sustain | ↔ reconduire — Traductions à trier suivant le sens. |