Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. uitgeplozen:
  2. uitpluizen:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für uitgeplozen (Niederländisch) ins Englisch

uitgeplozen:

uitgeplozen Adjektiv

  1. uitgeplozen (uiteengerafeld; uitgerafeld)

Übersetzung Matrix für uitgeplozen:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
unravelled uiteengerafeld; uitgeplozen; uitgerafeld uiteengeplozen

uitpluizen:

uitpluizen Verb (pluis uit, pluist uit, ploos uit, plozen uit, uitgeplozen)

  1. uitpluizen (ontwarren; uitzoeken; ontraadselen; )
    to unravel; to disentangle; disentwine

Konjugationen für uitpluizen:

o.t.t.
  1. pluis uit
  2. pluist uit
  3. pluist uit
  4. pluizen uit
  5. pluizen uit
  6. pluizen uit
o.v.t.
  1. ploos uit
  2. ploos uit
  3. ploos uit
  4. plozen uit
  5. plozen uit
  6. plozen uit
v.t.t.
  1. heb uitgeplozen
  2. hebt uitgeplozen
  3. heeft uitgeplozen
  4. hebben uitgeplozen
  5. hebben uitgeplozen
  6. hebben uitgeplozen
v.v.t.
  1. had uitgeplozen
  2. had uitgeplozen
  3. had uitgeplozen
  4. hadden uitgeplozen
  5. hadden uitgeplozen
  6. hadden uitgeplozen
o.t.t.t.
  1. zal uitpluizen
  2. zult uitpluizen
  3. zal uitpluizen
  4. zullen uitpluizen
  5. zullen uitpluizen
  6. zullen uitpluizen
o.v.t.t.
  1. zou uitpluizen
  2. zou uitpluizen
  3. zou uitpluizen
  4. zouden uitpluizen
  5. zouden uitpluizen
  6. zouden uitpluizen
en verder
  1. ben uitgeplozen
  2. bent uitgeplozen
  3. is uitgeplozen
  4. zijn uitgeplozen
  5. zijn uitgeplozen
  6. zijn uitgeplozen
diversen
  1. pluis uit!
  2. pluist uit!
  3. uitgeplozen
  4. uitpluizend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für uitpluizen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
disentangle ontraadselen; ontrafelen; ontwarren; uitpluizen; uitrafelen; uitvezelen; uitzoeken ontrafelen; ontwarren; uit de war halen; uit elkaar halen
disentwine ontraadselen; ontrafelen; ontwarren; uitpluizen; uitrafelen; uitvezelen; uitzoeken
unravel ontraadselen; ontrafelen; ontwarren; uitpluizen; uitrafelen; uitvezelen; uitzoeken losknopen; ontknopen; ontraadselen; ontrafelen; ontwarren; oplossen; rafelen; uit de war halen; uit elkaar halen

Wiktionary Übersetzungen für uitpluizen:

uitpluizen
verb
  1. to examine or investigate something systematically

Computerübersetzung von Drittern: