Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. tooien:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für tooit (Niederländisch) ins Englisch

tooien:

tooien Verb (tooi, tooit, tooide, tooiden, getooid)

  1. tooien (opsieren; verfraaien; opsmukken; )
    to embellish; to beautify; to decorate; to garnish; to trim; to dress up; to doll up
    • embellish Verb (embellishes, embellished, embellishing)
    • beautify Verb (beautifys, beautified, beautifying)
    • decorate Verb (decorates, decorated, decorating)
    • garnish Verb (garnishes, garnished, garnishing)
    • trim Verb (trims, trimmed, trimming)
    • dress up Verb (dresss up, dressed up, dressing up)
    • doll up Verb (dolls up, dolled up, dolling up)
  2. tooien (zich mooi maken; opsmukken; opsieren; zich opsmukken)
    to garnish
    • garnish Verb (garnishes, garnished, garnishing)

Konjugationen für tooien:

o.t.t.
  1. tooi
  2. tooit
  3. tooit
  4. tooien
  5. tooien
  6. tooien
o.v.t.
  1. tooide
  2. tooide
  3. tooide
  4. tooiden
  5. tooiden
  6. tooiden
v.t.t.
  1. heb getooid
  2. hebt getooid
  3. heeft getooid
  4. hebben getooid
  5. hebben getooid
  6. hebben getooid
v.v.t.
  1. had getooid
  2. had getooid
  3. had getooid
  4. hadden getooid
  5. hadden getooid
  6. hadden getooid
o.t.t.t.
  1. zal tooien
  2. zult tooien
  3. zal tooien
  4. zullen tooien
  5. zullen tooien
  6. zullen tooien
o.v.t.t.
  1. zou tooien
  2. zou tooien
  3. zou tooien
  4. zouden tooien
  5. zouden tooien
  6. zouden tooien
en verder
  1. ben getooid
  2. bent getooid
  3. is getooid
  4. zijn getooid
  5. zijn getooid
  6. zijn getooid
diversen
  1. tooi!
  2. tooit!
  3. getooid
  4. tooiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

tooien [het ~] Nomen

  1. het tooien (opluisteren; versieren)
    the adornment

Übersetzung Matrix für tooien:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
adornment opluisteren; tooien; versieren corsage; decor; decoratie; draperie; garnering; grafisch element; opluistering; opsiering; ornamentiek; sieraad; sierstuk; sierwerk; tooi; versiering; versiersel
dress up opschikken; opsieren
garnish schotelversiering
trim boordsel; galon; omzoming; oplegsel; passement
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
beautify opschikken; opsieren; opsmukken; optuigen; tooien; verfraaien; verluchten; zich mooi maken aankleden; decoreren; versieren; versieringen aanbrengen
decorate opschikken; opsieren; opsmukken; optuigen; tooien; verfraaien; verluchten; zich mooi maken aankleden; afwerken; decoreren; een ereteken geven; een onderscheidingsteken geven; garneren; onderscheiden; opmaken; opsmukken; ridderen; schotels garneren; sieren; tot eer strekken; versieren; versieringen aanbrengen
doll up opschikken; opsieren; opsmukken; optuigen; tooien; verfraaien; verluchten; zich mooi maken gladmaken; gladwrijven; opdirken; opdoffen; optutten; uitdossen
dress up opschikken; opsieren; opsmukken; optuigen; tooien; verfraaien; verluchten; zich mooi maken opdirken; opdoffen; optutten; uitdossen
embellish opschikken; opsieren; opsmukken; optuigen; tooien; verfraaien; verluchten; zich mooi maken aankleden; decoreren; versieren; versieringen aanbrengen
garnish opschikken; opsieren; opsmukken; optuigen; tooien; verfraaien; verluchten; zich mooi maken; zich opsmukken afwerken; garneren; opmaken; opsmukken; schotels garneren; versieren
trim opschikken; opsieren; opsmukken; optuigen; tooien; verfraaien; verluchten; zich mooi maken afwerken; besnoeien; bijknippen; een beetje knippen; garneren; haar kort laten knippen; inkorten; knippen; kort knippen; kort maken; korten; korter maken; kortwieken; minder maken; minimaliseren; omboorden; opmaken; opsmukken; scheren; schotels garneren; snoeien; trimmen; verkorten; versieren

Verwandte Wörter für "tooien":


Wiktionary Übersetzungen für tooien:

tooien
verb
  1. iets versieren

Cross Translation:
FromToVia
tooien decorate; embellish; adorn; ornament; bedeck décorerorner, parer, parler d’ornements d’architecture, de peinture, de sculpture.
tooien adorn; decorate; ornament; bedeck; embellish ornerparer, embellir une chose, y ajouter, y joindre d’autres choses qui lui donnent plus d’éclat, plus d’agrément.
tooien parry; adorn; decorate; ornament; bedeck; embellish; avoid; evade; dodge; duck; shirk; sidestep; steer clear of; avert parer — Traductions à trier suivant le sens

Computerübersetzung von Drittern: