Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. tijdspiegel:


Niederländisch

Detailübersetzungen für tijdspiegel (Niederländisch) ins Englisch

tijdspiegel:

tijdspiegel [de ~ (m)] Nomen

  1. de tijdspiegel (tijdschrift; periodiek; magazine; )
    the magazine; the periodical; the journal; the message; the monthly magazine; the report; the weekly; the news; the piece of news; the monthly

Übersetzung Matrix für tijdspiegel:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
journal bericht; blad; maandblad; magazine; periodiek; tijdschrift; tijdspiegel; weekblad blaadje; blad; dagboek; journaal; logboek; nieuwsjournaal; tijdschrift
magazine bericht; blad; maandblad; magazine; periodiek; tijdschrift; tijdspiegel; weekblad blaadje; blad; tijdschrift
message bericht; blad; maandblad; magazine; periodiek; tijdschrift; tijdspiegel; weekblad bekendmaking; bericht; boodschap; document; e-mailbericht; gewag; mededeling; melding; opgave; relaas; tijding; uitspraak; vermelding; verwittiging
monthly bericht; blad; maandblad; magazine; periodiek; tijdschrift; tijdspiegel; weekblad
monthly magazine bericht; blad; maandblad; magazine; periodiek; tijdschrift; tijdspiegel; weekblad
news bericht; blad; maandblad; magazine; periodiek; tijdschrift; tijdspiegel; weekblad bericht; journaal; nieuws; nieuwsbericht; televisiejournaal; tijding
periodical bericht; blad; maandblad; magazine; periodiek; tijdschrift; tijdspiegel; weekblad blaadje; blad; tijdschrift
piece of news bericht; blad; maandblad; magazine; periodiek; tijdschrift; tijdspiegel; weekblad bekendmaking; bericht; boodschap; gewag; mededeling; melding; opgave; relaas; tijding; uitspraak; vermelding; verwittiging
report bericht; blad; maandblad; magazine; periodiek; tijdschrift; tijdspiegel; weekblad aantekening; bekendmaking; bericht; berichtgeving; boodschap; gewag; lijst; lijst van gegevens; mededeling; mededelingen; melding; noot; notitie; opgaaf; opgave; opschrijving; opstel; overzicht; proces verbaal; rapport; rapportage; referaat; relaas; reportage; scriptie; staat; staatje; tijding; uitspraak; verhaal; verklaring; vermelding; verslag; verwittiging; weergave
weekly bericht; blad; maandblad; magazine; periodiek; tijdschrift; tijdspiegel; weekblad
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
report berichten; beschrijven; iets melden; informeren; klikken; mededelen; meedelen; melden; rapporteren; uiteenzetten; verhaal vertellen; verhalen; verklappen; verslag uitbrengen; vertellen; zeggen
AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
periodical periodiek
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
monthly maandelijks
weekly wekelijks

Computerübersetzung von Drittern: