"stumperig" übersetzt von Niederländische ins Englisch--Interglot

Remove Ads

Übersicht

Niederländisch nach Englisch: mehr Daten

stumperig:
- clumsy; wretched; inept; shaky; poor; bungling; abstemious; unhandy; gawky; uneasy; doltish; wooden; owlish; stiff; not very good; fumbling; awkward
Wiktionary:
- stumperig → awkward, dismal, meager, miserable, wretched
- stumperig → miserable, abject, meager, wretched, dismal, forlorn, squalid, pitiful, poor, unenviable

Niederländisch

Detailübersetzungen für stumperig (Niederländisch) ins Englisch

stumperig:

stumperig Adjektiv

stumperig (klungelig)
clumsy; wretched; inept; shaky; poor; bungling
- clumsy Adjektiv
- wretched Adjektiv
- inept Adjektiv
- shaky Adjektiv
- poor Adjektiv
- bungling Adjektiv
stumperig (onhandig; onbeholpen; sukkelig; slungelig; krukkig; stuntelig; schutterig)
clumsy; abstemious; unhandy; gawky; uneasy; doltish; wooden; owlish; stiff; not very good; poor
- clumsy Adjektiv
- abstemious Adjektiv
- unhandy Adjektiv
- gawky Adjektiv
- uneasy Adjektiv
- doltish Adjektiv
- wooden Adjektiv
- owlish Adjektiv
- stiff Adjektiv
- not very good Adjektiv
- poor Adjektiv
stumperig (onhandig; onbeholpen; stuntelig; gebrekkig; knullig; schutterig)
fumbling; clumsy; awkward
- fumbling Adjektiv
- clumsy Adjektiv
- awkward Adjektiv

Übersetzung Matrix für stumperig:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
bungling		broddelwerk; gebroddel; gehannes; gehaspel; geklungel; geknoei; gemier; gemodder; gemors; gestuntel; gezeur; kladwerk; knoeiboel; knoeiwerk; knutselwerk; prutswerk; rommel; troep; warboel; warhoop; warwinkel; zootje
Verb	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
uneasy		ongerust maken
Adjective	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
abstemious	krukkig; onbeholpen; onhandig; schutterig; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig	slap; slapjes
awkward	gebrekkig; knullig; onbeholpen; onhandig; schutterig; stumperig; stuntelig	benard; benauwd; bokkig; ernstig; gênant; hachelijk; hinderlijk; koppig; kritiek; lastig; lastige; moeilijk; naar; niet makkelijk; onaangenaam; ongelegen; ongemakkelijk; onhandig; onplezierig; onprettig; onverkwikkelijk; opgelaten; penibel; pijnlijk; slungelig; storend; stuntelig; zeer doend; zorgelijk; zorgwekkend; zwaar
bungling	klungelig; stumperig
clumsy	gebrekkig; klungelig; knullig; krukkig; onbeholpen; onhandig; schutterig; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig	onhandig; slungelig; stoethaspelig; stuntelig; sukkelend
doltish	krukkig; onbeholpen; onhandig; schutterig; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig	onhandig; slungelig; stuntelig
fumbling	gebrekkig; knullig; onbeholpen; onhandig; schutterig; stumperig; stuntelig	stoethaspelig
gawky	krukkig; onbeholpen; onhandig; schutterig; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig	onhandig; opgeschoten; slungelig; stuntelig
inept	klungelig; stumperig
owlish	krukkig; onbeholpen; onhandig; schutterig; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig	onhandig; slungelig; stuntelig; uilachtig
poor	klungelig; krukkig; onbeholpen; onhandig; schutterig; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig	arm; armelijk; armetierig; armoedig; armzalig; bar; behoeftig; berooid; deerniswekkend; dor; ellendig; erbarmelijk; erg; flodderig; gebrekkig; haveloos; inferieur; karig; kommerlijk; mager; matig; middelmatig; min; minderwaardig; minvermogend; misdeeld; niet al te best; noodlijdend; onbeduidend; onbemiddeld; ondermaats; ondeugdelijk; ongegoed; onvermogend; pover; rampzalig; schamel; schraal; sjofel; sjofeltjes; slap; slapjes; slecht; tweederangs; verlopen; zwak; zwakjes
shaky	klungelig; stumperig	beverig
uneasy	krukkig; onbeholpen; onhandig; schutterig; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig	bezorgd; onbehaaglijk; ongerust; onwennig; verontrust
wooden	krukkig; onbeholpen; onhandig; schutterig; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig	houtachtig; houten; houterig; houtig; stijf; stijve; stram; stroef
wretched	klungelig; stumperig	akelig; bedonderd; belazerd; beroerd; deplorabel; diep ongelukkig; ellendig; ellendige; jammerend; jeremiërend; klaaglijk; klagelijk; klagend; klagerig; lamenterend; lamlendig; lamzalig; meelijwekkend; miserabel; naar; ongelukkig; onzalig; weeklagend
Not Specified	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
clumsy		klungelig; links
Modifier	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
not very good	krukkig; onbeholpen; onhandig; schutterig; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig	matig; middelmatig; min; niet al te best; onbeduidend; zwak; zwakjes
stiff	krukkig; onbeholpen; onhandig; schutterig; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig	ferm; fiks; flink; gemelijk; harkerig; hartig; houterig; knorrig; lastig; moeilijk; niet makkelijk; nurks; ongemakkelijk; pittig; pittig gesprek; star; stevig; stijf; stijfjes; stijve; straf; strak; stram; stroef; stuurs; verstard; wrevelig; zwaar
unhandy	krukkig; onbeholpen; onhandig; schutterig; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig	onhandig; slungelig; stuntelig

Wiktionary Übersetzungen für stumperig:

stumperig

adjective

pejoratief|nld zielig onhandig, sukkelig
- stumperig → awkward; dismal; meager; miserable; wretched

Cross Translation:

From	To	Via
• stumperig	→ miserable; abject; meager; wretched; dismal; forlorn; squalid; pitiful; poor; unenviable	↔ misérable — Qui réduire à la misère ; qui inspirer la pitié.

Computerübersetzung von Drittern:

Remove Ads

übersetze stumperig von Niederländische ins Englisch

Detailübersetzungen für stumperig (Niederländisch) ins Englisch

stumperig:

stumperig Adjektiv

stumperig (klungelig)

stumperig (onhandig; onbeholpen; sukkelig; slungelig; krukkig; stuntelig; schutterig)

stumperig (onhandig; onbeholpen; stuntelig; gebrekkig; knullig; schutterig)

Übersetzung Matrix für stumperig:

Verwandte Wörter für "stumperig":

Wiktionary Übersetzungen für stumperig: