Niederländisch
Detailübersetzungen für spitsend (Niederländisch) ins Englisch
spitsen:
-
spitsen
Konjugationen für spitsen:
o.t.t.
- spits
- spitst
- spitst
- spitsen
- spitsen
- spitsen
o.v.t.
- spitsde
- spitsde
- spitsde
- spitsden
- spitsden
- spitsden
v.t.t.
- heb gespitst
- hebt gespitst
- heeft gespitst
- hebben gespitst
- hebben gespitst
- hebben gespitst
v.v.t.
- had gespitst
- had gespitst
- had gespitst
- hadden gespitst
- hadden gespitst
- hadden gespitst
o.t.t.t.
- zal spitsen
- zult spitsen
- zal spitsen
- zullen spitsen
- zullen spitsen
- zullen spitsen
o.v.t.t.
- zou spitsen
- zou spitsen
- zou spitsen
- zouden spitsen
- zouden spitsen
- zouden spitsen
en verder
- ben gespitst
- bent gespitst
- is gespitst
- zijn gespitst
- zijn gespitst
- zijn gespitst
diversen
- spits!
- spitst!
- gespitst
- spitsend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
de spitsen (spitsuren)
Übersetzung Matrix für spitsen:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
peak hours | spitsen; spitsuren | |
point | point; pointe; punt | |
rush hours | spitsen; spitsuren | |
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
point | spitsen | aanduiden; aangeven; aanwijzen; attenderen; iets aanwijzen; indiceren; wijzen; wijzen naar |
Verwandte Wörter für "spitsen":
Computerübersetzung von Drittern: