Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. snoeren:


Niederländisch

Detailübersetzungen für snoert (Niederländisch) ins Englisch

snoert form of snoeren:

snoeren Verb (snoer, snoert, snoerde, snoerden, gesnoerd)

  1. snoeren
    to string
    • string Verb (strings, stringed, stringing)

Konjugationen für snoeren:

o.t.t.
  1. snoer
  2. snoert
  3. snoert
  4. snoeren
  5. snoeren
  6. snoeren
o.v.t.
  1. snoerde
  2. snoerde
  3. snoerde
  4. snoerden
  5. snoerden
  6. snoerden
v.t.t.
  1. heb gesnoerd
  2. hebt gesnoerd
  3. heeft gesnoerd
  4. hebben gesnoerd
  5. hebben gesnoerd
  6. hebben gesnoerd
v.v.t.
  1. had gesnoerd
  2. had gesnoerd
  3. had gesnoerd
  4. hadden gesnoerd
  5. hadden gesnoerd
  6. hadden gesnoerd
o.t.t.t.
  1. zal snoeren
  2. zult snoeren
  3. zal snoeren
  4. zullen snoeren
  5. zullen snoeren
  6. zullen snoeren
o.v.t.t.
  1. zou snoeren
  2. zou snoeren
  3. zou snoeren
  4. zouden snoeren
  5. zouden snoeren
  6. zouden snoeren
en verder
  1. ben gesnoerd
  2. bent gesnoerd
  3. is gesnoerd
  4. zijn gesnoerd
  5. zijn gesnoerd
  6. zijn gesnoerd
diversen
  1. snoer!
  2. snoert!
  3. gesnoerd
  4. snoerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

snoeren [de ~] Nomen, Plural

  1. de snoeren (koorden)
    the cords; the strings; the laces; the ropes
  2. de snoeren (elektriciteitssnoeren)
    the flexes; the cords

Übersetzung Matrix für snoeren:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
cords elektriciteitssnoeren; koorden; snoeren dikke koorden; draden; touwen
flexes elektriciteitssnoeren; snoeren
laces koorden; snoeren passementen; schoenveters; veters
ropes koorden; snoeren dikke koorden; draden; passementen; touwen
string aaneenschakeling; bindgaren; bindtouwen; draad; garen; keten; reeks; rij; rijgsnoer; serie; sliert; slingervormig ding; snaar; tekenreeks
strings koorden; snoeren besnaring; besnaringen; bespeler van strijkinstrument; bindgarens; bindtouwen; dikke koorden; draden; koordjes; lijntjes; snaren; snoertjes; strijker; touwen; touwtjes
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
string snoeren dichtrijgen; dichtsnoeren; rijgen

Verwandte Wörter für "snoeren":