Übersicht
Niederländisch nach Englisch: mehr Daten
- serveren:
-
Wiktionary:
- serveren → serve
- serveren → serve, wait at table
Niederländisch
Detailübersetzungen für serveer (Niederländisch) ins Englisch
serveren:
Konjugationen für serveren:
o.t.t.
- serveer
- serveert
- serveert
- serveren
- serveren
- serveren
o.v.t.
- serveerde
- serveerde
- serveerde
- serveerden
- serveerden
- serveerden
v.t.t.
- heb geserveerd
- hebt geserveerd
- heeft geserveerd
- hebben geserveerd
- hebben geserveerd
- hebben geserveerd
v.v.t.
- had geserveerd
- had geserveerd
- had geserveerd
- hadden geserveerd
- hadden geserveerd
- hadden geserveerd
o.t.t.t.
- zal serveren
- zult serveren
- zal serveren
- zullen serveren
- zullen serveren
- zullen serveren
o.v.t.t.
- zou serveren
- zou serveren
- zou serveren
- zouden serveren
- zouden serveren
- zouden serveren
en verder
- ben geserveerd
- bent geserveerd
- is geserveerd
- zijn geserveerd
- zijn geserveerd
- zijn geserveerd
diversen
- serveer!
- serveert!
- geserveerd
- serverend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
serveren (opdienen)