Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. schade berokkenen:


Niederländisch

Detailübersetzungen für schade berokkenen (Niederländisch) ins Englisch

schade berokkenen:

schade berokkenen Verb (berokken schade, berokkent schade, berokkende schade, berokkenden schade, schade berokkend)

  1. schade berokkenen (schade toebrengen aan; schaden; benadelen; duperen; nadeel toebrengen)
    cause damage; to damage; to harm; to do harm; to hurt
    • damage Verb (damages, damaged, damaging)
    • harm Verb (harms, harmed, harming)
    • do harm Verb (does harm, did harm, doing harm)
    • hurt Verb (hurts, hurt, hurting)

Konjugationen für schade berokkenen:

o.t.t.
  1. berokken schade
  2. berokkent schade
  3. berokkent schade
  4. berokkenen schade
  5. berokkenen schade
  6. berokkenen schade
o.v.t.
  1. berokkende schade
  2. berokkende schade
  3. berokkende schade
  4. berokkenden schade
  5. berokkenden schade
  6. berokkenden schade
v.t.t.
  1. heb schade berokkend
  2. hebt schade berokkend
  3. heeft schade berokkend
  4. hebben schade berokkend
  5. hebben schade berokkend
  6. hebben schade berokkend
v.v.t.
  1. had schade berokkend
  2. had schade berokkend
  3. had schade berokkend
  4. hadden schade berokkend
  5. hadden schade berokkend
  6. hadden schade berokkend
o.t.t.t.
  1. zal schade berokkenen
  2. zult schade berokkenen
  3. zal schade berokkenen
  4. zullen schade berokkenen
  5. zullen schade berokkenen
  6. zullen schade berokkenen
o.v.t.t.
  1. zou schade berokkenen
  2. zou schade berokkenen
  3. zou schade berokkenen
  4. zouden schade berokkenen
  5. zouden schade berokkenen
  6. zouden schade berokkenen
en verder
  1. ben schade berokkend
  2. bent schade berokkend
  3. is schade berokkend
  4. zijn schade berokkend
  5. zijn schade berokkend
  6. zijn schade berokkend
diversen
  1. berokken schade!
  2. berokkent schade!
  3. schade berokkend
  4. berokkend schade
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für schade berokkenen:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
damage afbreuk; averij; beschadiging; nadeel; schade; verlies
harm afbreuk; beschadiging; schade; verlies
hurt belediging; grief; krenking; kwetsuur; verwonding; wond
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
cause damage benadelen; duperen; nadeel toebrengen; schade berokkenen; schade toebrengen aan; schaden
damage benadelen; duperen; nadeel toebrengen; schade berokkenen; schade toebrengen aan; schaden aantasten; aanvreten; afbreuk doen aan; bederven; benadelen; beschadigen; deren; in elkaar slaan; kwaad doen; nadeel berokkenen; nadelig zijn; schaden; toetakelen
do harm benadelen; duperen; nadeel toebrengen; schade berokkenen; schade toebrengen aan; schaden afbreuk doen aan; benadelen; kwaad doen; kwaad kunnen; nadelig zijn; schaden
harm benadelen; duperen; nadeel toebrengen; schade berokkenen; schade toebrengen aan; schaden afbreuk doen aan; benadelen; deren; kwaad doen; nadeel berokkenen; nadelig zijn; schaden
hurt benadelen; duperen; nadeel toebrengen; schade berokkenen; schade toebrengen aan; schaden aandoen; beschadigen; bezeren; blesseren; folteren; grieven; knauwen; krenken; kwaad doen; kwellen; kwetsen; martelen; nadelig zijn; pijn bezorgen; pijn doen; pijnigen; schaden; verwonden; zeer doen
AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
hurt beledigd; gegriefd; gekwetst; gewond

Verwandte Übersetzungen für schade berokkenen