Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. ridderen:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für riddert (Niederländisch) ins Englisch

riddert form of ridderen:

ridderen Verb (ridder, riddert, ridderde, ridderden, geridderd)

  1. ridderen (een onderscheidingsteken geven; decoreren; onderscheiden)
    to decorate; to knight
    • decorate Verb (decorates, decorated, decorating)
    • knight Verb (knights, knighted, knighting)

Konjugationen für ridderen:

o.t.t.
  1. ridder
  2. riddert
  3. riddert
  4. ridderen
  5. ridderen
  6. ridderen
o.v.t.
  1. ridderde
  2. ridderde
  3. ridderde
  4. ridderden
  5. ridderden
  6. ridderden
v.t.t.
  1. ben geridderd
  2. bent geridderd
  3. is geridderd
  4. zijn geridderd
  5. zijn geridderd
  6. zijn geridderd
v.v.t.
  1. was geridderd
  2. was geridderd
  3. was geridderd
  4. waren geridderd
  5. waren geridderd
  6. waren geridderd
o.t.t.t.
  1. zal ridderen
  2. zult ridderen
  3. zal ridderen
  4. zullen ridderen
  5. zullen ridderen
  6. zullen ridderen
o.v.t.t.
  1. zou ridderen
  2. zou ridderen
  3. zou ridderen
  4. zouden ridderen
  5. zouden ridderen
  6. zouden ridderen
diversen
  1. ridder!
  2. riddert!
  3. geridderd
  4. ridderend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für ridderen:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
knight ridder
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
decorate decoreren; een onderscheidingsteken geven; onderscheiden; ridderen aankleden; afwerken; decoreren; een ereteken geven; garneren; onderscheiden; opmaken; opschikken; opsieren; opsmukken; optuigen; schotels garneren; sieren; tooien; tot eer strekken; verfraaien; verluchten; versieren; versieringen aanbrengen; zich mooi maken
knight decoreren; een onderscheidingsteken geven; onderscheiden; ridderen

Verwandte Wörter für "ridderen":


Wiktionary Übersetzungen für ridderen:

ridderen
verb
  1. to confer a knighthood upon

Cross Translation:
FromToVia
ridderen decorate; embellish; adorn; ornament; bedeck décorerorner, parer, parler d’ornements d’architecture, de peinture, de sculpture.