Niederländisch
Detailübersetzungen für rantsoeneren (Niederländisch) ins Englisch
rantsoeneren:
-
rantsoeneren (distribueren)
Konjugationen für rantsoeneren:
o.t.t.
- rantsoeneer
- rantsoeneert
- rantsoeneert
- rantsoeneren
- rantsoeneren
- rantsoeneren
o.v.t.
- rantsoeneerde
- rantsoeneerde
- rantsoeneerde
- rantsoeneerden
- rantsoeneerden
- rantsoeneerden
v.t.t.
- heb gerantsoeneerd
- hebt gerantsoeneerd
- heeft gerantsoeneerd
- hebben gerantsoeneerd
- hebben gerantsoeneerd
- hebben gerantsoeneerd
v.v.t.
- had gerantsoeneerd
- had gerantsoeneerd
- had gerantsoeneerd
- hadden gerantsoeneerd
- hadden gerantsoeneerd
- hadden gerantsoeneerd
o.t.t.t.
- zal rantsoeneren
- zult rantsoeneren
- zal rantsoeneren
- zullen rantsoeneren
- zullen rantsoeneren
- zullen rantsoeneren
o.v.t.t.
- zou rantsoeneren
- zou rantsoeneren
- zou rantsoeneren
- zouden rantsoeneren
- zouden rantsoeneren
- zouden rantsoeneren
en verder
- ben gerantsoeneerd
- bent gerantsoeneerd
- is gerantsoeneerd
- zijn gerantsoeneerd
- zijn gerantsoeneerd
- zijn gerantsoeneerd
diversen
- rantsoeneer!
- rantsoeneert!
- gerantsoeneerd
- ranntsoenerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für rantsoeneren:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
ration | noodrantsoen; rantsoen | |
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
put on rations | distribueren; rantsoeneren | |
ration | distribueren; rantsoeneren | distribueren; ronddelen; uitreiken; verdelen |
Wiktionary Übersetzungen für rantsoeneren:
rantsoeneren
verb
-
to portion out, especially during a shortage of supply