Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. overzien:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für overziend (Niederländisch) ins Englisch

overzien:

overzien Verb (overzie, overziet, overzag, overzagen, overzien)

  1. overzien (inspecteren)
    to survey; to look over; to inspect
    • survey Verb (surveys, surveyd, surveying)
    • look over Verb (looks over, looked over, looking over)
    • inspect Verb (inspects, inspected, inspecting)

Konjugationen für overzien:

o.t.t.
  1. overzie
  2. overziet
  3. overziet
  4. overzien
  5. overzien
  6. overzien
o.v.t.
  1. overzag
  2. overzag
  3. overzag
  4. overzagen
  5. overzagen
  6. overzagen
v.t.t.
  1. heb overzien
  2. hebt overzien
  3. heeft overzien
  4. hebben overzien
  5. hebben overzien
  6. hebben overzien
v.v.t.
  1. had overzien
  2. had overzien
  3. had overzien
  4. hadden overzien
  5. hadden overzien
  6. hadden overzien
o.t.t.t.
  1. zal overzien
  2. zult overzien
  3. zal overzien
  4. zullen overzien
  5. zullen overzien
  6. zullen overzien
o.v.t.t.
  1. zou overzien
  2. zou overzien
  3. zou overzien
  4. zouden overzien
  5. zouden overzien
  6. zouden overzien
diversen
  1. overzie!
  2. overziet!
  3. overzien
  4. overziend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

overzien [znw.] Nomen

  1. overzien (toezicht houden)
    the overlooking; the supervision

Übersetzung Matrix für overzien:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
overlooking overzien; toezicht houden
supervision overzien; toezicht houden beheer; bescherming; bestuur; bewaking; controle; directie; hoede; leiding; supervisie; surveillance; toezicht; zeggenschap; zorg
survey enquête; het overzien; kartering; ondervraging; overzicht; overzichtelijkheid; rapport; reportage; totaalbeeld; verhaal; verslag; weergave
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
inspect inspecteren; overzien aanschouwen; bekijken; beproeven; bezichtigen; bezien; controleren; examineren; inspecteren; keuren; kijken; monsteren; monsters nemen; nagaan; nakijken; onderzoeken; schouwen; testen; toeschouwen
look over inspecteren; overzien
survey inspecteren; overzien controleren; examineren; in kaart brengen; inschrijven; inspecteren; kadastreren; karteren; keuren; schouwen

Verwandte Wörter für "overzien":

  • overzienen

Wiktionary Übersetzungen für overzien:

overzien
verb
  1. to survey, look at something in a wide angle
  1. past participle of oversee

Computerübersetzung von Drittern: