Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. onvoorspelbaar:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für onvoorspelbaar (Niederländisch) ins Englisch

onvoorspelbaar:

onvoorspelbaar Adjektiv

  1. onvoorspelbaar (wispelturig; nukkig; grillig; onberekenbaar)
    unpredictable; capricious; fickle; whimsical; changeable; wayward; incalculable; unsteady; unstable; baroque; freakish; freak

Übersetzung Matrix für onvoorspelbaar:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
baroque barok
freak fanaat; fanaticus; fanatiekeling; freak; ijveraar; maniak; scherpslijper; zeloot
AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
baroque grillig; nukkig; onberekenbaar; onvoorspelbaar; wispelturig barok
capricious grillig; nukkig; onberekenbaar; onvoorspelbaar; wispelturig chagrijnig; gemelijk; humeurig; knorrig; nukkig; nurks; sikkeneurig; slecht gehumeurd; willekeurig
changeable grillig; nukkig; onberekenbaar; onvoorspelbaar; wispelturig onbestendig; variabel; variërend; veranderlijk; wisselend; wisselvallig
fickle grillig; nukkig; onberekenbaar; onvoorspelbaar; wispelturig onbestendig; veranderlijk; wisselvallig
freakish grillig; nukkig; onberekenbaar; onvoorspelbaar; wispelturig
incalculable grillig; nukkig; onberekenbaar; onvoorspelbaar; wispelturig
unpredictable grillig; nukkig; onberekenbaar; onvoorspelbaar; wispelturig
unstable grillig; nukkig; onberekenbaar; onvoorspelbaar; wispelturig gedesequilibreerd; inconsistent; insolide; los; onevenwichtig; onstabiel; onvast; onzeker; rank; variabel; variërend; veranderlijk; wankel; wankel evenwicht; wankelbaar; wankelend; wiebelend; wiebelig; wisselend; wisselvallig
unsteady grillig; nukkig; onberekenbaar; onvoorspelbaar; wispelturig inconsistent; insolide; onstabiel; veranderlijk; wiebelend; wiebelig
wayward grillig; nukkig; onberekenbaar; onvoorspelbaar; wispelturig obstinaat
whimsical grillig; nukkig; onberekenbaar; onvoorspelbaar; wispelturig willekeurig
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
freak grillig; nukkig; onberekenbaar; onvoorspelbaar; wispelturig apart; bijzonder; bizar; buitenissig; curieus; eigenaardig; excentriek; merkwaardig; ongewoon; typisch; vreemd; zonderling

Verwandte Wörter für "onvoorspelbaar":

  • onvoorspelbaarheid, onvoorspelbare

Wiktionary Übersetzungen für onvoorspelbaar:

onvoorspelbaar
adjective
  1. waarvan de uitkomst niet bij voorbaat te kennen is
onvoorspelbaar
adjective
  1. unable to be predicted

Computerübersetzung von Drittern: