Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. onbekwaam:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für onbekwaam (Niederländisch) ins Englisch

onbekwaam:

onbekwaam Adjektiv

  1. onbekwaam (incapabel; incompetent; ongeschikt)
    incapable; incompetent; inferior; unsound; inexpert

Übersetzung Matrix für onbekwaam:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
inferior inferieur; mindere; ondergeschikte
AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
incapable incapabel; incompetent; onbekwaam; ongeschikt
incompetent incapabel; incompetent; onbekwaam; ongeschikt incompetent; lastig; niet schikkend; onbevoegd; storend
inexpert incapabel; incompetent; onbekwaam; ongeschikt amateuristisch; incompetent; onbevoegd; ondeskundig
inferior incapabel; incompetent; onbekwaam; ongeschikt arm; bijkomstig; inferieur; klein; minderwaardig; ondergeschikt; onderhorig; ondermaats; onderworpen; ondeugdelijk; slecht; tweederangs; van geringe afmeting; zwak
unsound incapabel; incompetent; onbekwaam; ongeschikt gebrekkig; ondeugdelijk

Verwandte Wörter für "onbekwaam":


Wiktionary Übersetzungen für onbekwaam:

onbekwaam
adjective
  1. (van een persoon) niet in staat om bepaalde taken of functies goed uit te voeren
onbekwaam
adjective
  1. not able to do something
  2. not able
noun
  1. an act or acts of incompetence

Cross Translation:
FromToVia
onbekwaam incapable; unable incapable — Qui n’est pas capable, qui n’est pas en état de faire une chose.
onbekwaam carefree; worry-free; careless; reckless; insouciant insouciant — Qui ne se soucier de rien.