Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Englisch ->übersetze najaar

übersetze najaar von Niederländische ins Englisch

Übersicht

Niederländisch nach Englisch: mehr Daten

najaar:
- autumn; fall
Wiktionary:
- najaar → autumn
- najaar → autumn, fall

Niederländisch

Detailübersetzungen für najaar (Niederländisch) ins Englisch

najaar:

najaar [het ~] Nomen

het najaar (herfst)
the autumn; the fall
- autumn [the ~] Nomen
- fall [the ~] Nomen

Übersetzung Matrix für najaar:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
autumn	herfst; najaar	herfsttijd
fall	herfst; najaar	achteruitgang; afname; baisse; daling; deflatie; herfsttijd; instorting; inzinking; landing; minder worden; neervallen; prijsdaling; prijsverlaging; terechtkomen; teruggang; terugloop; val; vermindering
-	herfst
Verb	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
fall		bezwijken; doodgaan; erin vallen; flikkeren; heengaan; inslapen; kelderen; kiepen; kieperen; omkomen; ondergaan; onderuitgaan; op zijn bek gaan; overlijden; raken; sneuvelen; sodemieteren; sterven; te gronde gaan; ten ondergaan; ten val komen; terechtkomen; treffen; tuimelen; vallen; wegvallen; zakken

Verwandte Wörter für "najaar":

najaren

Synonyms for "najaar":

herfst

Verwandte Definitionen für "najaar":

jaargetijde tussen zomer en winter¹
- in het najaar vallen de blaadjes van de bomen¹

Wiktionary Übersetzungen für najaar:

najaar

noun

herfst
- najaar → autumn

najaar

noun

season
- autumn → najaar; herfst

Cross Translation:

From	To	Via
• najaar	→ autumn; fall	↔ automne — Saison

¹Muiswerk Woordenboek