Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. nageven:


Niederländisch

Detailübersetzungen für nageef (Niederländisch) ins Englisch

nageven:

nageven Verb (geef na, geeft na, gaf na, gaven na, nagegeven)

  1. nageven (iets als lof zeggen)
    to hand to; to say for
    • hand to Verb (hands to, handed to, handing to)
    • say for Verb (says for, said for, saying for)

Konjugationen für nageven:

o.t.t.
  1. geef na
  2. geeft na
  3. geeft na
  4. geven na
  5. geven na
  6. geven na
o.v.t.
  1. gaf na
  2. gaf na
  3. gaf na
  4. gaven na
  5. gaven na
  6. gaven na
v.t.t.
  1. heb nagegeven
  2. hebt nagegeven
  3. heeft nagegeven
  4. hebben nagegeven
  5. hebben nagegeven
  6. hebben nagegeven
v.v.t.
  1. had nagegeven
  2. had nagegeven
  3. had nagegeven
  4. hadden nagegeven
  5. hadden nagegeven
  6. hadden nagegeven
o.t.t.t.
  1. zal nageven
  2. zult nageven
  3. zal nageven
  4. zullen nageven
  5. zullen nageven
  6. zullen nageven
o.v.t.t.
  1. zou nageven
  2. zou nageven
  3. zou nageven
  4. zouden nageven
  5. zouden nageven
  6. zouden nageven
diversen
  1. geef na!
  2. geeft na!
  3. nagegeven
  4. nagevend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für nageven:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
hand to iets als lof zeggen; nageven
say for iets als lof zeggen; nageven

Computerübersetzung von Drittern: