Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. lonend:
  2. lonen:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für lonend (Niederländisch) ins Englisch

lonend:


Übersetzung Matrix für lonend:

AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
advantageous lonend; lucratief; produktief; profijtelijk; rendabel; voordelig; vruchtbaar; winstgevend bevorderlijk; dienstig; gunstig; positief; tot nut
appropriate de moeite waard; lonend gepast; geschikt; geëigend; passend; toepasbaar; zinrijk; zinvol
effective de moeite waard; lonend adequaat; afdoend; beslissend; doelmatig; doeltreffend; effectief; efficiënt; gepast; geschikt; juist; krachtig; met een krachtige uitwerking; overtuigend; passend
efficient de moeite waard; lonend adequaat; bekwaam; capabel; competent; deskundig; doelmatig; doeltreffend; effectief; efficiënt; gepast; geschikt; juist; krachtig; oordeelkundig; passend; ter zake kundig; vakbekwaam; vakkundig
lucrative lonend; lucratief; produktief; profijtelijk; rendabel; voordelig; vruchtbaar; winstgevend
profitable lonend; lucratief; produktief; profijtelijk; rendabel; voordelig; vruchtbaar; winstgevend
rewarding lonend; lucratief; produktief; profijtelijk; rendabel; voordelig; vruchtbaar; winstgevend
suitable de moeite waard; lonend adequaat; gepast; geschikt; gevoeglijk; geëigend; juist; passend; toepasbaar
valuable lonend; lucratief; produktief; profijtelijk; rendabel; voordelig; vruchtbaar; winstgevend kostbaar; verdienstelijk; waardevol
AdverbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
to advantage lonend; lucratief; produktief; profijtelijk; rendabel; voordelig; vruchtbaar; winstgevend
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
worthwile de moeite waard; lonend

lonend form of lonen:

lonen Verb (loon, loont, loonde, loonden, geloond)

  1. lonen
    to pay
    • pay Verb (pays, paid, paying)

Konjugationen für lonen:

o.t.t.
  1. loon
  2. loont
  3. loont
  4. lonen
  5. lonen
  6. lonen
o.v.t.
  1. loonde
  2. loonde
  3. loonde
  4. loonden
  5. loonden
  6. loonden
v.t.t.
  1. heb geloond
  2. hebt geloond
  3. heeft geloond
  4. hebben geloond
  5. hebben geloond
  6. hebben geloond
v.v.t.
  1. had geloond
  2. had geloond
  3. had geloond
  4. hadden geloond
  5. hadden geloond
  6. hadden geloond
o.t.t.t.
  1. zal lonen
  2. zult lonen
  3. zal lonen
  4. zullen lonen
  5. zullen lonen
  6. zullen lonen
o.v.t.t.
  1. zou lonen
  2. zou lonen
  3. zou lonen
  4. zouden lonen
  5. zouden lonen
  6. zouden lonen
diversen
  1. loon!
  2. loont!
  3. geloond
  4. lonend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für lonen:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
pay arbeidsloon; bezoldiging; gage; honorarium; inkomen; inkomen uit onderneming; loon; loonzakje; salaris; salariëring; soldij; traktement; verdienste; wedde
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
pay lonen afrekenen; bekostigen; belonen; besteden; betalen; bezoldigen; bijleggen; dokken; honoreren; meebetalen; salariëren; spenderen; uitbetalen; uitgeven; vereffenen; verrekenen; voldoen

Verwandte Wörter für "lonen":


Wiktionary Übersetzungen für lonen:

lonen
verb
  1. to be profitable

Cross Translation:
FromToVia
lonen reward; recompense récompenserdonner une récompense, faire du bien à quelqu’un en reconnaissance de quelque service, ou en faveur de quelque bonne action.
lonen worth; be worth valoir — Être d’un certain prix, avoir un certain mérite (sens général)