"leus" übersetzt von Niederländische ins Englisch--Interglot

Übersicht

Niederländisch nach Englisch: mehr Daten

leus:
- slogan; maxim; motto; promotion line; election-cry; war cry; yell; battle cry; whoop

Niederländisch

Detailübersetzungen für leus (Niederländisch) ins Englisch

de leus (parool; spreuk; leuze)
the slogan; the maxim; the motto
- slogan [the ~] Nomen
- maxim [the ~] Nomen
- motto [the ~] Nomen
de leus (slagzin; slogan; kreet; reclamezin; reclameleus)
the slogan; the promotion line; the election-cry
- slogan [the ~] Nomen
- promotion line [the ~] Nomen
- election-cry [the ~] Nomen
de leus (strijdkreet; kreet; yell)
the war cry; the yell; the slogan; the battle cry; the whoop
- war cry [the ~] Nomen
- yell [the ~] Nomen
- slogan [the ~] Nomen
- battle cry [the ~] Nomen
- whoop [the ~] Nomen
de leus (wapenkreet; devies; leuze; parool)
the war cry; the battle cry
- war cry [the ~] Nomen
- battle cry [the ~] Nomen

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
battle cry	devies; kreet; leus; leuze; parool; strijdkreet; wapenkreet; yell	verkiezingsleus
election-cry	kreet; leus; reclameleus; reclamezin; slagzin; slogan
maxim	leus; leuze; parool; spreuk	aforisme; axioma; devies; gezegde; grondeigenschap; grondstelling; hoofdstelling; lijfspreuk; motto; spreuk; stelregel; zinspreuk
motto	leus; leuze; parool; spreuk	bevelschrift; consigne; devies; dwangbevel; lijfspreuk; motto; opdracht; order; taak
promotion line	kreet; leus; reclameleus; reclamezin; slagzin; slogan
slogan	kreet; leus; leuze; parool; reclameleus; reclamezin; slagzin; slogan; spreuk; strijdkreet; yell	devies; kenspreuk; motto; zinspreuk
war cry	devies; kreet; leus; leuze; parool; strijdkreet; wapenkreet; yell
whoop	kreet; leus; strijdkreet; yell	gil; kreet; roep; schreeuw; uitroep
yell	kreet; leus; strijdkreet; yell	gil; kreet; roep; schreeuw; uitroep
Verb	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
yell		blaffen; brullen; bulderen; daveren; fulmineren; gillen; het uitgillen; janken; krijsen; razen; schreeuwen; te keer gaan; tekeergaan; tieren; uitgillen; uitkrijsen; uitroepen; uitschreeuwen; uitvaren tegen; vuilbekken