Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
blame
|
berisping; gisping; lering; reprimande; standje; terechtwijzing; verwijt
|
blaam; kwalijk nemen; verwijt
|
dogma
|
geloofsleer; leer; leerstelling; leerstuk; lering
|
axioma; basisprincipe; belangrijkste principe; dogma; geloofsartikel; grondeigenschap; grondstelling; hoeksteen; kerkleer; leerbegrip; leerstelling; vaststaande leerstelling
|
fault
|
berisping; gisping; lering; reprimande; standje; terechtwijzing; verwijt
|
abuis; blaam; blunder; domheid; dwaling; euvel; feil; flater; fout; giller; incorrectheid; mankement; misgreep; misslag; ondeugd; onjuistheid; onvolkomenheid; vergissing; zedelijke slechtheid; zonde
|
instruction
|
instructie; lering; les; onderricht; onderrichting; onderwijs
|
aanwijzing; bevelschrift; briefing; consigne; cursus; dwangbevel; handleiding; instructie; lastbrief; lastgeving; les; mandaat; onderricht; onderrichting; onderwijs; opdracht; order; taak; uitleg; voorschrift
|
lesson
|
instructie; lering; les; onderricht; onderrichting; onderwijs
|
cursus; les; lesuur; onderricht; onderrichting; onderwijs; schoolvak
|
reading
|
geloofsleer; leer; leerstelling; leerstuk; lering
|
denkbeeld; duiding; gezichtspunt; idee; interpretatie; inzicht; lectuur; leesvoer; lezen; lezing; mening; oordeel; opinie; opvatting; schriftlezing; standpunt; uitleg; verklarende uitleg; verklaring; versie; visie; zienswijze
|
religious doctrine
|
geloofsleer; leer; leerstelling; leerstuk; lering
|
|
reprimand
|
berisping; gisping; lering; reprimande; standje; terechtwijzing; verwijt
|
berisping; reprimande; standje; terechtwijzing
|
reproach
|
berisping; gisping; lering; reprimande; standje; terechtwijzing; verwijt
|
blaam; kwalijk nemen; verwijt
|
tenet
|
geloofsleer; leer; leerstelling; leerstuk; lering
|
axioma; basisprincipe; belangrijkste principe; grondeigenschap; grondstelling; hoeksteen
|
tuition
|
instructie; lering; les; onderricht; onderrichting; onderwijs
|
cursus; les; onderricht; onderrichting; onderwijs; schoolgeld
|
version
|
geloofsleer; leer; leerstelling; leerstuk; lering
|
denkbeeld; duiding; gezichtspunt; idee; interpretatie; inzicht; lezing; mening; oordeel; opinie; opvatting; standpunt; uitleg; verklarende uitleg; verklaring; versie; visie; zienswijze
|
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
blame
|
|
aanmerken; aanrekenen; aanwrijven; berispen; beschuldigen; blameren; gispen; iemand iets aanrekenen; iemand iets verwijten; kwalijk nemen; laken; manen; nadragen; terechtwijzen; vermanen; verwijten; voor de voeten gooien; voorhouden; waarschuwen; wijten
|
reprimand
|
|
aanmerken; aanrekenen; aanwrijven; berispen; beschuldigen; bestraffen; blameren; gispen; iemand iets aanrekenen; iemand iets verwijten; kwalijk nemen; laken; manen; nadragen; sancties treffen; straffen; terechtwijzen; vermanen; verwijten; voor de voeten gooien; voorhouden; waarschuwen
|
reproach
|
|
aanrekenen; aanwrijven; berispen; beschuldigen; blameren; gispen; iemand iets aanrekenen; iemand iets verwijten; kwalijk nemen; laken; nadragen; verwijten; voor de voeten gooien; voorhouden
|