Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. kennen:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für kenden (Niederländisch) ins Englisch

kennen:

kennen Verb (ken, kent, kende, kenden, gekend)

  1. kennen
    to be acquainted with
  2. kennen
    to know
    – be familiar or acquainted with a person or an object 1
    • know Verb (knows, knew, knowing)
      • She doesn't know this composer1
      • Do you know my sister?1
      • We know this movie1
      • I know him under a different name1
      • This flower is known as a Peruvian Lily1

Konjugationen für kennen:

o.t.t.
  1. ken
  2. kent
  3. kent
  4. kennen
  5. kennen
  6. kennen
o.v.t.
  1. kende
  2. kende
  3. kende
  4. kenden
  5. kenden
  6. kenden
v.t.t.
  1. heb gekend
  2. hebt gekend
  3. heeft gekend
  4. hebben gekend
  5. hebben gekend
  6. hebben gekend
v.v.t.
  1. had gekend
  2. had gekend
  3. had gekend
  4. hadden gekend
  5. hadden gekend
  6. hadden gekend
o.t.t.t.
  1. zal kennen
  2. zult kennen
  3. zal kennen
  4. zullen kennen
  5. zullen kennen
  6. zullen kennen
o.v.t.t.
  1. zou kennen
  2. zou kennen
  3. zou kennen
  4. zouden kennen
  5. zouden kennen
  6. zouden kennen
en verder
  1. is gekend
diversen
  1. ken!
  2. kent!
  3. gekend
  4. kennend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für kennen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
be acquainted with kennen
know kennen op de hoogte zijn; weten
- weten

Synonyms for "kennen":


Verwandte Definitionen für "kennen":

  1. weten omdat je het geleerd hebt2
    • ik ken alle steden van Nederland uit mijn hoofd2
  2. ervan op de hoogte zijn2
    • ik ken de burgemeester persoonlijk2

Wiktionary Übersetzungen für kennen:

kennen
verb
  1. bekend, vertrouwd zijn met
  2. door studie of oefening geleerd hebben
kennen
verb
  1. be acquainted or familiar with

Cross Translation:
FromToVia
kennen command; competence; competency; proficiency; skill; ken; awareness; consciousness; lucidity; realization connaissance — Idée, notion qu’on a de quelque chose, de quelqu’un; le fait de le connaître