Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. innemen:
  2. Wiktionary:
  3. User Contributed Translations for innemen:
    • ingest


Niederländisch

Detailübersetzungen für innemen (Niederländisch) ins Englisch

innemen:

innemen Verb (neem in, neemt in, nam in, namen in, ingenomen)

  1. innemen (medicijn innemen)
    to take; take medicine; to swallow; take medication
  2. innemen (kleding inkorten)

Konjugationen für innemen:

o.t.t.
  1. neem in
  2. neemt in
  3. neemt in
  4. nemen in
  5. nemen in
  6. nemen in
o.v.t.
  1. nam in
  2. nam in
  3. nam in
  4. namen in
  5. namen in
  6. namen in
v.t.t.
  1. ben ingenomen
  2. bent ingenomen
  3. is ingenomen
  4. zijn ingenomen
  5. zijn ingenomen
  6. zijn ingenomen
v.v.t.
  1. was ingenomen
  2. was ingenomen
  3. was ingenomen
  4. waren ingenomen
  5. waren ingenomen
  6. waren ingenomen
o.t.t.t.
  1. zal innemen
  2. zult innemen
  3. zal innemen
  4. zullen innemen
  5. zullen innemen
  6. zullen innemen
o.v.t.t.
  1. zou innemen
  2. zou innemen
  3. zou innemen
  4. zouden innemen
  5. zouden innemen
  6. zouden innemen
en verder
  1. heb ingenomen
  2. hebt ingenomen
  3. heeft ingenomen
  4. hebben ingenomen
  5. hebben ingenomen
  6. hebben ingenomen
diversen
  1. neem in!
  2. neemt in!
  3. ingenomen
  4. innemend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für innemen:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
swallow boerenzwaluw; zwaluw
take baat; gewin; profijt; winst
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
shorten clothes innemen; kleding inkorten
swallow innemen; medicijn innemen beheersen; doorslikken; inhouden; inlopen; inslikken; instinken; intuinen; rustig blijven; slikken; verbijten; verkroppen; wegslikken
take innemen; medicijn innemen aangrijpen; aannemen; aanpakken; aanvaarden; aanwenden; accepteren; achteroverdrukken; afhalen; afnemen; benemen; benutten; bezetten; bezigen; cadeau aannemen; gappen; gebruik maken van; gebruiken; grijpen; hanteren; ingrijpen; inpikken; jatten; kapen; leegstelen; meenemen; naartoe brengen; nemen; ontfutselen; ontnemen; ontvreemden; ophalen; pakken; pikken; plunderen; roven; snaaien; stelen; toegrijpen; toepassen; toetasten; toeëigenen; utiliseren; verdonkeremanen; verdonkeren; verduisteren; verstouwen; verstuwen; vervreemden; weghalen; wegkapen; wegnemen; wegpakken; wegpikken; zich bedienen
take medication innemen; medicijn innemen
take medicine innemen; medicijn innemen
- bezetten

Synonyms for "innemen":


Antonyme für "innemen":


Verwandte Definitionen für "innemen":

  1. een plaats in beslag nemen1
    • die koelkast neemt te veel plaats in1
  2. inslikken1
    • hij neemt zijn pillen elke dag in1
  3. nauwer maken1
    • je bent mager geworden, ik zal dat jasje innemen1
  4. veroveren1
    • de stad werd ingenomen door de Serviërs1

Wiktionary Übersetzungen für innemen:

innemen
verb
  1. take on a position
  2. To acquire, bring in, or introduce

Verwandte Übersetzungen für innemen