Niederländisch
Detailübersetzungen für fruitte (Niederländisch) ins Englisch
fruiten:
Konjugationen für fruiten:
o.t.t.
- fruit
- fruit
- fruit
- fruiten
- fruiten
- fruiten
o.v.t.
- fruitte
- fruitte
- fruitte
- fruitten
- fruitten
- fruitten
v.t.t.
- heb gefruit
- hebt gefruit
- heeft gefruit
- hebben gefruit
- hebben gefruit
- hebben gefruit
v.v.t.
- had gefruit
- had gefruit
- had gefruit
- hadden gefruit
- hadden gefruit
- hadden gefruit
o.t.t.t.
- zal fruiten
- zult fruiten
- zal fruiten
- zullen fruiten
- zullen fruiten
- zullen fruiten
o.v.t.t.
- zou fruiten
- zou fruiten
- zou fruiten
- zouden fruiten
- zouden fruiten
- zouden fruiten
en verder
- is gefruit
- zijn gefruit
diversen
- fruit!
- fruit!
- gefruit
- fruitend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für fruiten:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
fry | fruiten | bakken; braden |