Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. decentraliseren:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für decentraliseren (Niederländisch) ins Englisch

decentraliseren:

decentraliseren Verb (decentraliseer, decentraliseert, decentraliseerde, decentraliseerden, gedecentraliseerd)

  1. decentraliseren
    to decentralize; to decentralise

Konjugationen für decentraliseren:

o.t.t.
  1. decentraliseer
  2. decentraliseert
  3. decentraliseert
  4. decentraliseren
  5. decentraliseren
  6. decentraliseren
o.v.t.
  1. decentraliseerde
  2. decentraliseerde
  3. decentraliseerde
  4. decentraliseerden
  5. decentraliseerden
  6. decentraliseerden
v.t.t.
  1. heb gedecentraliseerd
  2. hebt gedecentraliseerd
  3. heeft gedecentraliseerd
  4. hebben gedecentraliseerd
  5. hebben gedecentraliseerd
  6. hebben gedecentraliseerd
v.v.t.
  1. had gedecentraliseerd
  2. had gedecentraliseerd
  3. had gedecentraliseerd
  4. hadden gedecentraliseerd
  5. hadden gedecentraliseerd
  6. hadden gedecentraliseerd
o.t.t.t.
  1. zal decentraliseren
  2. zult decentraliseren
  3. zal decentraliseren
  4. zullen decentraliseren
  5. zullen decentraliseren
  6. zullen decentraliseren
o.v.t.t.
  1. zou decentraliseren
  2. zou decentraliseren
  3. zou decentraliseren
  4. zouden decentraliseren
  5. zouden decentraliseren
  6. zouden decentraliseren
en verder
  1. ben gedecentraliseerd
  2. bent gedecentraliseerd
  3. is gedecentraliseerd
  4. zijn gedecentraliseerd
  5. zijn gedecentraliseerd
  6. zijn gedecentraliseerd
diversen
  1. decentraliseer!
  2. decentraliseert!
  3. gedecentraliseerd
  4. decentraliserend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für decentraliseren:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
decentralise decentraliseren
decentralize decentraliseren

Wiktionary Übersetzungen für decentraliseren:

decentraliseren
verb
  1. cause to change from being concentrated