Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Englisch ->übersetze courantste

übersetze courantste von Niederländische ins Englisch

Übersicht

Niederländisch nach Englisch: mehr Daten

courant:
- common; current; acceptable
- daily paper
Wiktionary:
- courant → currency, diary, newspaper, daily paper, journal, daily newspaper, gazette, magazine, periodical

Niederländisch

Detailübersetzungen für courantste (Niederländisch) ins Englisch

courant:

courant Adjektiv

courant (gangbaar; gebruikelijk; gewoon)
common; current; acceptable
- common Adjektiv
- current Adjektiv
- acceptable Adjektiv

courant [de ~] Nomen

de courant (krant; dagblad)
the daily paper
- daily paper [the ~] Nomen

Übersetzung Matrix für courant:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
common		algemene; park; stadspark
current		drift; driftstroom; electrische stroom; elektriciteit; energie; stroom; thermiek; zeestroming
daily paper	courant; dagblad; krant
Adjective	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
acceptable	courant; gangbaar; gebruikelijk; gewoon	aannemelijk; aanvaardbaar; acceptabel; geloofwaardig; plausibel; waarschijnlijk
common	courant; gangbaar; gebruikelijk; gewoon	algemeen; alledaags; alledaagse; eenvoudig; gangbaar; gebruikelijk; gemeen; gemeenschappelijk; gewoon; meer personen betreffend; niets bijzonders; normaal; ordinair
current	courant; gangbaar; gebruikelijk; gewoon	actueel; actuele; bijdetijds; eindig; huidig; modern; momenteel; momentele; op dit ogenblik; tegenwoordig; van vandaag; vergankelijk; voorbijgaand

Verwandte Wörter für "courant":

couranten, couranter, courantere, courantst, courantste, courante

Antonyme für "courant":

apart; bijzonder; speciaal

Verwandte Definitionen für "courant":

komt veel voor, wordt veel gebruikt¹
- het model van dit apparaat is erg courant¹

Wiktionary Übersetzungen für courant:

Cross Translation:

From	To	Via
• courant	→ currency	↔ Währung — staatlich geregeltes Geldwesen
• courant	→ diary; newspaper; daily paper; journal; daily newspaper; gazette; magazine; periodical	↔ journal — document qui recenser par ordre chronologique les événements pour une période donnée.

¹Muiswerk Woordenboek