Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Englisch ->übersetze boosdoener

übersetze boosdoener von Niederländische ins Englisch

Übersicht

Niederländisch nach Englisch: mehr Daten

boosdoener:
- villain; rogue
Wiktionary:
- boosdoener → evildoer, wrongdoer, malefactor, perpetrator
User Contributed Translations for boosdoener:
- culprit

Niederländisch

Detailübersetzungen für boosdoener (Niederländisch) ins Englisch

boosdoener:

boosdoener [de ~ (m)] Nomen

de boosdoener (snoodaard; bandiet; slechtaard; booswicht; onverlaat)
the villain; the rogue
- villain [the ~] Nomen
- rogue [the ~] Nomen

Übersetzung Matrix für boosdoener:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
rogue	bandiet; boosdoener; booswicht; onverlaat; slechtaard; snoodaard	bengel; boef; boefje; deugniet; fielt; guit; kwajongen; olijkerd; ondeugd; paljas; picaro; rakker; schavuit; schelm; schobbejak; schurk; snaak; stinkerd; stouterd; vlegel
villain	bandiet; boosdoener; booswicht; onverlaat; slechtaard; snoodaard	boef; ellendeling; fielt; klier; kreng; mispunt; schobbejak; schoft; schurk; smeerlap; stuk ongeluk; verklapper; verlinker; verrader

Verwandte Wörter für "boosdoener":

boosdoeners

Wiktionary Übersetzungen für boosdoener:

Cross Translation:

From	To	Via
• boosdoener	→ evildoer; wrongdoer; malefactor; perpetrator	↔ malfaiteur — Celui qui commettre des méfaits, des vols, voire des crimes.