Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. bleek:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für bleke (Niederländisch) ins Englisch

bleek:

bleek Adjektiv

  1. bleek (bleek van gelaatskleur; wit)
    white; pale; ashen; drained of colour
  2. bleek (flets; verschoten; flauw)
    faint; pale; sallow; bland; washed out; faded; dim; lurid
  3. bleek (flets; kleurloos)
    pale
  4. bleek (pips)
    pale; washed out; off colour
  5. bleek (kleurloos; blank; ongekleurd)
    colourless; pale; clear; colorless

Übersetzung Matrix für bleek:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
dim deemstering; halfdonker; schemer; schemerdonker; schemeren; schemering; schemerlicht
faint bedwelming; flauwte; versuffing; zwijm
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
clear afdekken; afruimen; banen; bevrijden; dechargeren; emanciperen; inklaren; klaren; ledigen; leeghalen; leegmaken; legen; onschuldig verklaren; opruimen; reinigen; ruimen; schoonmaken; schoonpoetsen; uithalen; uitmesten; uitruimen; uitschakelen; uitverkopen; verlossen; verrekenen; vrijmaken; vrijpleiten; vrijspraak bepleiten; vrijspreken; vrijvechten; wissen; zuiveren
dim bedoezelen; dimmen
faint flauwvallen; in katzwijm vallen; wegraken; zwijmelen
AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
ashen bleek; bleek van gelaatskleur; wit asgrauw; blank; doodsbleek; grauw; lijkbleek; lijkwit; sneeuwwit; spierwit; vaal; wit; wit van huidskleur
bland bleek; flauw; flets; verschoten charmant; flauw; genegenheid opwekkend; innemend; karakterloos; laf; minzaam; poeslief; slap; smakeloos; stijlloos; zonder karakter; zonder zout; zoutloos
colorless blank; bleek; kleurloos; ongekleurd verveloos
colourless blank; bleek; kleurloos; ongekleurd verveloos
dim bleek; flauw; flets; verschoten flauw; laf; mistig; nevelachtig; onduidelijk; onhelder; schemerachtig; schemerig; schimmig; vaag; vagelijk; wazig; zonder zout; zoutloos
faded bleek; flauw; flets; verschoten verdord; verlept; verwelkt
faint bleek; flauw; flets; verschoten afgedempt; bleekjes; flauw; flauwtjes; gedempt; halfluid; laf; mistig; nevelachtig; niet helder; onduidelijk; onhelder; pips; schemerig; schimmig; slap; slapjes; vaag; vagelijk; wazig; wee; ziekelijk; zonder zout; zoutloos; zwak; zwakjes
lurid bleek; flauw; flets; verschoten
pale blank; bleek; bleek van gelaatskleur; flauw; flets; kleurloos; ongekleurd; pips; verschoten; wit blank; bleekjes; pips; slap; slapjes; wee; wit; wit van huidskleur; ziekelijk; zwak
sallow bleek; flauw; flets; verschoten bevlekt; vlekkig
white bleek; bleek van gelaatskleur; wit blank; wit; wit van huidskleur
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
clear blank; bleek; kleurloos; ongekleurd aanschouwelijk; af; afgedaan; afgelopen; begrijpelijk; bevattelijk; blij; blijgeestig; blijmoedig; dartel; direct; doorschijnend; doorzichtig; duidelijk; duidelijk klinkend; fideel; flagrant; fleurig; geestig; gereed; geëindigd; helder; helderklinkend; herkenbaar; inzichtelijk; jolig; klaar; klaar als een klontje; klare; kleurig; kwiek; levendig; loos; lustig; monter; onbewolkt; onmiskenbaar; opgeruimd; opgetogen; opgewekt; over; overduidelijk; recht door zee; regelrecht; transparant; uit; uitgelaten; verhelderend; verstaanbaar; voltooid; voorbij; vrij; vrolijk; wakker; welgemoed; zo klaar als een klontje; zonder taak; zonneklaar; zonnig
drained of colour bleek; bleek van gelaatskleur; wit blank; wit; wit van huidskleur
off colour bleek; pips
washed out bleek; flauw; flets; pips; verschoten blank; futloos; lamlendig; lusteloos; mat; slap; wit; wit van huidskleur

Verwandte Wörter für "bleek":


Wiktionary Übersetzungen für bleek:

bleek
adjective
  1. gering van kleur
noun
  1. een grasveld waarop wasgoed in het zonlicht te bleken werd gelegd, een bleekweide
bleek
adjective
  1. pallid
  2. light in color or pale
  3. drab
  4. without color
  5. light in color
noun
  1. chemical

Cross Translation:
FromToVia
bleek lurid; wan; ghastly blafard — Qui est d’une couleur ou d’un éclat pâle, terne.
bleek pale; pallid; faded; drab; lurid; sallow; wan; washy pâle — Qui est d’un blanc terne, qui décolorer, parler du visage.