Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Englisch ->übersetze bespan

übersetze bespan von Niederländische ins Englisch

Übersicht

Niederländisch nach Englisch: mehr Daten

bespannen:
- spanned
- stretch
Wiktionary:
- bespannen → harness, yoke up, span

Niederländisch

Detailübersetzungen für bespan (Niederländisch) ins Englisch

bespannen:

bespannen Adjektiv

bespannen
spanned
- spanned Adjektiv

bespannen Verb (bespan, bespant, bespande, bespanden, bespannen)

bespannen
to stretch
- stretch Verb (stretchs, stretched, stretching)

Konjugationen für bespannen:

o.t.t.

bespan
bespant
bespant
bespannen
bespannen
bespannen

o.v.t.

bespande
bespande
bespande
bespanden
bespanden
bespanden

v.t.t.

heb bespannen
hebt bespannen
heeft bespannen
hebben bespannen
hebben bespannen
hebben bespannen

v.v.t.

had bespannen
had bespannen
had bespannen
hadden bespannen
hadden bespannen
hadden bespannen

o.t.t.t.

zal bespannen
zult bespannen
zal bespannen
zullen bespannen
zullen bespannen
zullen bespannen

o.v.t.t.

zou bespannen
zou bespannen
zou bespannen
zouden bespannen
zouden bespannen
zouden bespannen

diversen

bespan!
bespant!
bespannen
bespannend

1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für bespannen:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
stretch		afstand; baan; baanvak; etappe; pad; ronde; route; spreidbeweging; tournee; traject; weg; wegvak
Verb	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
stretch	bespannen	oprekken; opspannen; rekken; spannen; strak maken; strekken; uitrekken; uitstrekken
Modifier	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
spanned	bespannen

Wiktionary Übersetzungen für bespannen:

Cross Translation:

From	To	Via
• bespannen	→ harness; yoke up; span	↔ atteler — attacher des bêtes de trait à une voiture, à une charrue, etc.

Computerübersetzung von Drittern: