Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. beklad:
  2. bekladden:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für beklad (Niederländisch) ins Englisch

beklad:

beklad Adjektiv

  1. beklad
    plastered; blotched

Übersetzung Matrix für beklad:

AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
blotched beklad
plastered beklad bepleisterd

bekladden:

bekladden Verb (beklad, bekladt, bekladde, bekladden, beklad)

  1. bekladden (bevuilen; besmeren; bevlekken; bemorsen)
    to smear; to plaster; to daub; to blot
    • smear Verb (smears, smeared, smearing)
    • plaster Verb (plasters, plastered, plastering)
    • daub Verb (daubs, daubed, daubing)
    • blot Verb (blots, blotted, blotting)

Konjugationen für bekladden:

o.t.t.
  1. beklad
  2. bekladt
  3. bekladt
  4. bekladden
  5. bekladden
  6. bekladden
o.v.t.
  1. bekladde
  2. bekladde
  3. bekladde
  4. bekladden
  5. bekladden
  6. bekladden
v.t.t.
  1. heb beklad
  2. hebt beklad
  3. heeft beklad
  4. hebben beklad
  5. hebben beklad
  6. hebben beklad
v.v.t.
  1. had beklad
  2. had beklad
  3. had beklad
  4. hadden beklad
  5. hadden beklad
  6. hadden beklad
o.t.t.t.
  1. zal bekladden
  2. zult bekladden
  3. zal bekladden
  4. zullen bekladden
  5. zullen bekladden
  6. zullen bekladden
o.v.t.t.
  1. zou bekladden
  2. zou bekladden
  3. zou bekladden
  4. zouden bekladden
  5. zouden bekladden
  6. zouden bekladden
diversen
  1. beklad!
  2. bekladt!
  3. beklad
  4. bekladdend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für bekladden:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
blot moesje; nop; spat; spatje; stip; stipje; stippel; vlek; vlekje
daub flard; homp; lap; lor; prul; vod; vodje
plaster bik; gips; gruis; hechtpleister; kleefpleister; macadam; metselspecie; mortel; pleister; puin; split; steengruis; steenslag; stuc
smear uitstrijkje
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
blot bekladden; bemorsen; besmeren; bevlekken; bevuilen kladderen; kliederen; klodderen
daub bekladden; bemorsen; besmeren; bevlekken; bevuilen kladderen; kliederen; klodderen
plaster bekladden; bemorsen; besmeren; bevlekken; bevuilen bepleisteren; pleisteren; stukadoren; van pleister voorzien
smear bekladden; bemorsen; besmeren; bevlekken; bevuilen afreizen; heengaan; inoliën; invetten; oliën; smeren; verdwijnen; verlaten; wegreizen; wegtrekken

Wiktionary Übersetzungen für bekladden:

bekladden
verb
  1. smear, stain or smudge
  2. To tarnish; to debase