Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. begaanbaar:


Niederländisch

Detailübersetzungen für begaanbaar (Niederländisch) ins Englisch

begaanbaar:

begaanbaar Adjektiv

  1. begaanbaar (bereikbaar; toegankelijk)

Übersetzung Matrix für begaanbaar:

AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
accessible begaanbaar; bereikbaar; toegankelijk benaderbaar; genaakbaar; ontvankelijk; open; openstaand; toegankelijk; vatbaar
achievable begaanbaar; bereikbaar; toegankelijk haalbaar; realiseerbaar; te doen; verwezenlijkbaar
realizable begaanbaar; bereikbaar; toegankelijk haalbaar; realiseerbaar; te doen; verwezenlijkbaar
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
driveable begaanbaar; bereikbaar; toegankelijk berijdbaar
within reach begaanbaar; bereikbaar; toegankelijk haalbaar; realiseerbaar; te doen; verwezenlijkbaar

Verwandte Wörter für "begaanbaar":

  • begaanbaarheid, begaanbare

Verwandte Übersetzungen für begaanbaar