Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. aaneenvolgend:


Niederländisch

Detailübersetzungen für aaneenvolgend (Niederländisch) ins Englisch

aaneenvolgend:

aaneenvolgend Adjektiv

  1. aaneenvolgend (achtereenvolgend; opeenvolgend)

Übersetzung Matrix für aaneenvolgend:

AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
successive aaneenvolgend; achtereenvolgend; opeenvolgend successief
AdverbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
successively aaneenvolgend; achtereenvolgend; opeenvolgend achtereenvolgend; achtereenvolgens; achterelkaar; successief; successievelijk
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
consecutive aaneenvolgend; achtereenvolgend; opeenvolgend conclusief; consecutief; gevolgaanduidend; successief