Übersicht
Niederländisch
Detailübersetzungen für knijpen (Niederländisch) ins Englisch
knijpen:
-
knijpen (beknibbelen; knibbelen; schrapen)
Konjugationen für knijpen:
o.t.t.
- knijp
- knijpt
- knijpt
- knijpen
- knijpen
- knijpen
o.v.t.
- kneep
- kneep
- kneep
- knepen
- knepen
- knepen
v.t.t.
- heb geknepen
- hebt geknepen
- heeft geknepen
- hebben geknepen
- hebben geknepen
- hebben geknepen
v.v.t.
- had geknepen
- had geknepen
- had geknepen
- hadden geknepen
- hadden geknepen
- hadden geknepen
o.t.t.t.
- zal knijpen
- zult knijpen
- zal knijpen
- zullen knijpen
- zullen knijpen
- zullen knijpen
o.v.t.t.
- zou knijpen
- zou knijpen
- zou knijpen
- zouden knijpen
- zouden knijpen
- zouden knijpen
en verder
- ben geknepen
- bent geknepen
- is geknepen
- zijn geknepen
- zijn geknepen
- zijn geknepen
diversen
- knijp!
- knijpt!
- geknepen
- knijpend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für knijpen:
Verwandte Wörter für "knijpen":
Verwandte Definitionen für "knijpen":
knijpen form of knijp:
-
de knijp
Übersetzung Matrix für knijp:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
pub | knijp | bar; biercafé; buitencafé; café; café-hotel; dorpscafé; herberg; kroeg; lokaliteit; tapperij; taveerne |
public house | knijp | café-hotel; dorpscafé; herberg; uitspanning |
tavern | knijp | bar; café; café-hotel; herberg; kroeg; lokaliteit; tapperij; taveerne; uitspanning |