Übersicht
Niederländisch nach Englisch: mehr Daten
- keurmerk:
- keurmerken:
-
Wiktionary:
- keurmerk → certification mark
Niederländisch
Detailübersetzungen für keurmerk (Niederländisch) ins Englisch
keurmerk:
-
het keurmerk (keurstempel)
Übersetzung Matrix für keurmerk:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
control stamp | keurmerk; keurstempel | controlestempel |
hallmark | keurmerk; keurstempel | eigenschap; inktstempel; karakteristiek; kenmerk; kwaliteitsmerk; stempel; waarmerk; zegel |
quality mark | keurmerk; keurstempel | |
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
hallmark | als gangbaar erkennen; waarmerken |
Verwandte Wörter für "keurmerk":
Wiktionary Übersetzungen für keurmerk:
keurmerk
noun
-
merkteken als bewijs van keuring
- keurmerk → certification mark
keurmerk form of keurmerken:
-
de keurmerken (ijkmerken; waarmerken)
-
keurmerken
Konjugationen für keurmerken:
o.t.t.
- keurmerk
- keurmerkt
- keurmerkt
- keurmerken
- keurmerken
- keurmerken
o.v.t.
- keurmerkte
- keurmerkte
- keurmerkte
- keurmerkten
- keurmerkten
- keurmerkten
v.t.t.
- heb gekeurmerkt
- hebt gekeurmerkt
- heeft gekeurmerkt
- hebben gekeurmerkt
- hebben gekeurmerkt
- hebben gekeurmerkt
v.v.t.
- had gekeurmerkt
- had gekeurmerkt
- had gekeurmerkt
- hadden gekeurmerkt
- hadden gekeurmerkt
- hadden gekeurmerkt
o.t.t.t.
- zal keurmerken
- zult keurmerken
- zal keurmerken
- zullen keurmerken
- zullen keurmerken
- zullen keurmerken
o.v.t.t.
- zou keurmerken
- zou keurmerken
- zou keurmerken
- zouden keurmerken
- zouden keurmerken
- zouden keurmerken
en verder
- is gekeurmerkt
diversen
- keurmerk!
- keurmerkt!
- gekeurmerkt
- keurmerkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für keurmerken:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
hall-mark | ijkmerken; keurmerken; waarmerken | |
mark | beoordelingscijfer; cijfer; doelschijf; eigenschap; etiket; herkenningsteken; iemand kenmerken; kenmerk; kenteken; litteken; merk; merkteken; onderscheidingsteken; punt; rapportcijfer; schietschijf; schoolcijfer | |
stamps | ijkmerken; keurmerken; waarmerken | briefport; frankeerkosten; porto; zegels |
trading stamps | ijkmerken; keurmerken; waarmerken | |
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
mark | keurmerken | aankruisen; aanstrepen; afvinken; branden; brandmerken; inbranden; karakteriseren; kenmerken; kenschetsen; markeren; merken; tekenen; typeren; van stigma's voorzien; vinken |