Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
capacity for work
|
arbeidskracht; arbeidsvermogen; werkkracht; werkvermogen; werkzaamheid
|
|
clerk
|
arbeider; arbeidskracht; klerk; medewerker; personeelslid; werkkracht; werknemer
|
ambtenaar; assistent; helper; hulp; kantoorbediende; klerk; secondant; secretaresse; secretaris
|
employee
|
arbeider; arbeidskracht; klerk; medewerker; personeelslid; werkkracht; werknemer
|
employé; geëmployeerde; medewerkster; werknemer
|
energy
|
arbeidskracht; arbeidsvermogen; werkkracht; werkvermogen; werkzaamheid
|
aandrift; daadkracht; energie; esprit; fut; kracht; momentum; puf; werklust
|
fellow worker
|
arbeider; arbeidskracht; klerk; medewerker; personeelslid; werkkracht; werknemer
|
medewerkster
|
hand
|
arbeider; arbeidskracht; klerk; medewerker; personeelslid; werkkracht; werknemer
|
arbeider; boerenknecht; hand; handdruk; handje; hulpje; jat; klauw; knecht; knuist; poot; werker; werkkracht; werkman; wijzer
|
laborer
|
arbeider; arbeidskracht; klerk; medewerker; personeelslid; werkkracht; werknemer
|
arbeider; loonarbeider; werker; werkkracht; werkman
|
labourer
|
arbeider; arbeidskracht; klerk; medewerker; personeelslid; werkkracht; werknemer
|
arbeider; loonarbeider; werker; werkkracht; werkman
|
manpower
|
arbeider; arbeidskracht; klerk; medewerker; personeelslid; werkkracht; werknemer
|
arbeidskrachten; bediening; besturing; employees; mankracht; werknemers
|
member of staff
|
arbeider; arbeidskracht; klerk; medewerker; personeelslid; werkkracht; werknemer
|
|
productivity
|
arbeidskracht; arbeidsvermogen; werkkracht; werkvermogen; werkzaamheid
|
hoogte van produktie; productiviteit
|
staff member
|
arbeider; arbeidskracht; klerk; medewerker; personeelslid; werkkracht; werknemer
|
beleidsmedewerker; functionaris; kaderlid; officier; staflid; stafmedewerker
|
work force
|
arbeidskracht; arbeidsvermogen; werkkracht; werkvermogen; werkzaamheid
|
personeel; staf
|
worker
|
arbeider; arbeidskracht; klerk; medewerker; personeelslid; werkkracht; werknemer
|
arbeider; werker; werkkracht; werkman
|
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
hand
|
|
aanbieden; aangeven; aanreiken; afgeven; geven; overgeven; overhandigen; reiken; toesteken
|