Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. uitflappen:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für uitflappen (Niederländisch) ins Englisch

uitflappen:

uitflappen Verb

  1. uitflappen
    to blurt out; to blab; to let slip out
    • blurt out Verb (blurts out, blurted out, blurting out)
    • blab Verb (blabs, blabbed, blabbing)
    • let slip out Verb (lets slip out, let slip out, letting slip out)

Übersetzung Matrix für uitflappen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
blab uitflappen babbelen; doorgeven; doorslaan; doorspelen; doorvertellen; flappen; kakelen; klappen; kletsen; kletspraat verkopen; klikken; kwebbelen; kwekken; kwetteren; kwijlen; lullen; overbrieven; praten; rondbrieven; rondvertellen; snateren; spreken; uit de school klappen; verklappen; verklikken; verlinken; verraden; wauwelen; zeveren; zwammen; zwetsen
blurt out uitflappen doorslaan; verklappen; verraden
let slip out uitflappen doorslaan; verklappen; verraden

Wiktionary Übersetzungen für uitflappen:

uitflappen
verb
  1. to speak suddenly and unadvisedly